Griekse oppositie tegen bezuiningsplannen
De belangrijkste Griekse oppositiepartij heeft vrijdag geweigerd steun te verlenen aan een overeenkomst over nieuwe bezuinigingsmaatregelen. De regering had onder druk van de Europese Unie om de steun van de oppositie gevraagd.
Oppositieleider Antonis Samaras zei zich niet te kunnen verenigen met een programma dat 'de Griekse economie tot de grond toe afbreekt en de Griekse samenleving vernietigt'.
Vrijdag overlegden de Griekse oppositiepartijen, net als eerder deze week, ruim drie uur met premier George Papandreou. Hij probeerde de oppositie tevergeefs op een lijn te krijgen met de regering die tot 2015 forse bezuinigingsmaatregelen wil nemen om de schuldenlast van het land te verminderen.
De vermindering van de schuldenlast is een voorwaarde voor een lening van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Centrale Bank (ECB). Inspecteurs zijn op dit moment in Athene om de voortgang onder de loep te nemen.
Donderdag waarschuwde Jean-Claude Junker, de voorzitter van de Eurogroep, dat het IMF mogelijk besluit om de uitbetaling van de volgende tranche van de lening op te schorten. Griekenland moet volgend jaar weer geld gaan lenen op de obligatiemarkt, maar zoals het er nu uitziet, is dat zeer onwaarschijnlijk, omdat de rentepercentages op de lening enorm hoog zijn.
De Griekse minister van Financiën George Papaconstantinou heeft gezegd dat Griekenland bankroet dreigt te gaan en geen salarissen meer kan betalen als de uitbetaling van de lening wordt opgeschort.
De aanvullende bezuinigingsmaatregelen die Griekenland voor dit jaar wil treffen zijn nodig om de teleurstellende fiscale prestatie tot dusver goed te maken. De verwachting is dat belastingvoordelen komen te vervallen en dat rijke huiseigenaren kunnen rekenen op extra belastingheffingen. De regering overweegt ook ontslagen bij de overheid, een sector die van oudsher stevig wordt beschermd. De ontslagronde is een ommezwaai in het regeringsbeleid en kan tot protesten leiden, omdat de kwestie erg gevoelig ligt.
De Griekse regering besloot maandag tevens al haar aandelen in het telecombedrijf OTE, de Postbank, de havens van Thessaloniki en Athene en het waterbedrijf van Thessaloniki van de hand te doen. Daarnaast worden ook aandelen in diverse andere grote ondernemingen verkocht. De privatisering moet zo'n 50 miljard euro opleveren.
