Bloedige aanslag in Lahore

Een dubbele zelfmoordaanslag op een drukbezocht islamitisch heiligdom in de Pakistaanse stad Lahore heeft donderdagavond aan zeker 42 mensen het leven gekost. Nog eens 180 mensen raakten gewond. Dit heeft de Pakistaanse politie vrijdag bekendgemaakt.

De aanslagen vonden plaats bij Data Darbar, de tombe van een bekende soefiheilige waar jaarlijks honderdduizenden bezoekers op af komen. Op het moment van de aanslagen waren er duizenden bezoekers.

De eerste zelfmoordterrorist blies zichzelf op in een grote ondergrondse ruimte waar bezoekers slapen en zichzelf wassen voordat ze gaan bidden. Minuten later bracht een tweede zelfmoordterrorist zijn explosieven tot ontploffing in een tuin, terwijl mensen probeerden weg te komen na de eerste aanslag.

De verantwoordelijkheid voor de dubbele aanslag is niet opgeëist. De verdenking gaat echter uit naar moslimextremisten. Zij beschouwen soefi's als ketters. Soefi's zijn in het verleden dan ook vaker het doelwit van aanslagen geweest.

Na de aanslagen verzamelden demonstranten zich bij het heiligdom om te protesteren tegen de gebrekkige beveiliging, waardoor de aanslagen konden plaatsvinden.

Sommige betogers legden de schuld voor het moslimextremistische geweld in hun land bij de regering en haar nauwe banden met de Verenigde Staten. De extremisten die in het stammengebied in het noordwesten van Pakistan opereren hebben het gemunt op de Amerikaanse troepen in Afghanistan. Taliban- en Al-Qaida strijders zijn in oorlog met de Amerikanen en worden zowel in Afghanistan als in hun schuilplaatsen in Pakistan door de Amerikanen aangevallen. Omdat de Pakistaanse regering de aanvallen op de extremisten op haar grondgebied gedoogt, koelen dezen hun woede daarover met aanslagen elders in Pakistan, zo betoogde een van de demonstranten.