Kandidaatlanden minder happig op euro
Lid worden van de Europese Unie en de eurozone is voor veel Europese landen altijd een belangrijk doel geweest. Nu de eurozone heeft te kampen met een schuldcrisis, maken sommige buitenstaanders echter minder haast dan enkele weken geleden.
De voordelen van de euro zijn minder duidelijk dan tijdens de eerste maanden van de wereldwijde financiële recessie in 2007 en 2008, toen kleinere lidstaten werden beschermd tegen wilde schommelingen op de valutamarkt.
De nadelen zijn nadrukkelijker aan het licht gekomen door het Griekse bijna-bankroet. Athene gaat jaren van strenge bezuinigingen tegemoet, in ruil voor een reddingspakket ter waarde van 110 miljard euro. De voorwaarden zijn aanzienlijk strenger dan die het Internationaal Monetair Fonds hanteerde toen het Hongarije en Roemenië leningen ter beschikking stelde.
Lidmaatschap van de eurozone heeft 'geen prioriteit' meer, zei de normaal euro-gezinde Poolse premier Donald Tusk. Hij houdt de situatie in Griekenland nauw in de gaten. Anders dan Polen kunnen de Grieken hun munt niet devalueren en zullen zij moeten bezuinigen op loonkosten en de belastingen moeten verhogen. Hongarije en Roemenië lieten eenvoudigweg hun munt in waarde dalen om hun concurrentiepositie ten opzichte van hun buren te verbeteren.
Het gebrek aan monetaire bewegingsvrijheid steekt af tegen de voordelen van een gezamenlijke munteenheid, zoals eenvoudigere en efficiëntere handel en integratie in het belangrijkste Europese economische blok.
De Griekse crisis droeg bij aan de Bulgaarse beslissing rustig aan te doen bij een lidmaatschap van de eurozone, erkende de Bulgaarse premier Boiko Borisov vorige maand. De Tsjechische president Vaclav Klaus -waarschijnlijk de grootste euroscepticus van alle EU-leiders- zei dat 'het project van de gezamenlijke Europese munt al lang geleden is gesneuveld'.
In de Britse verkiezingen speelde de kwestie, hoewel op de achtergrond, eveneens een rol. Het sentiment tegen de euro is onder de Britten hoog. David Cameron, leider van de Conservatieve Partij die de meeste zetels won, haalde in zijn campagne uit naar de munteenheid: "Nu Griekenland zo vaak in het nieuws is, garandeer ik jullie dat ik nooit in de euro zal stappen."
Landen die zich bij de Europese Unie aansluiten verplichten zich ook over te stappen op de euro. Maar het kan jaren duren voor voldaan is aan de voorwaarden om de staatsschuld, het begrotingstekort en de inflatie omlaag te brengen.
Toch zijn sommige landen nog steeds geïnteresseerd in de Europese munt. Estland wil zich graag aansluiten. Het land voldoet zelfs als enige land aan de voorwaarden voor een lidmaatschap -geen van de zestien eurolanden doet dat momenteel.
De vraag is of de eurozone voldoende stabiliteit kan leveren. Met de Griekse crisis in het achterhoofd zijn rijkere eurolanden bevreesd dat ook andere lidstaten een duur reddingsplan nodig hebben. Deze vrees roept op zijn beurt de vraag op of de eurozone wel in staat is nieuwe leden op te nemen. "De vraag is niet of Estland klaar is voor de euro, maar of de eurozone klaar is voor Estland", zeggen Lars Christensen en Viloeta Klyviene, analisten van de Danske Bank.
Kandidaatlanden minder happig op euro (Foto: Novum)