Faber (PVV) levert troep of niets
Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) ligt onder vuur vanwege haar plannen om het asielbeleid drastisch te hervormen. Haar beleid wordt niet alleen bekritiseerd door oppositiepartijen, maar ook door onafhankelijke instanties, experts en lokale bestuurders. In toenemende mate wordt gesteld dat de minister ofwel onuitvoerbare voorstellen indient, ofwel maatregelen neemt die slechts symbolische waarde hebben en geen reëel effect zullen sorteren. De kern van de kritiek: Faber levert troep of niets.
De Raad van State, de hoogste adviesraad van de regering, heeft zich bijzonder kritisch uitgelaten over twee wetsvoorstellen die de kern van Fabers beleid vormen: de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet Tweestatusstelsel. De Raad voorziet dat deze wetten niet de beloofde verlichting voor het asielsysteem zullen brengen, maar juist zullen leiden tot een toename van werkdruk, hogere kosten en meer juridische procedures. Volgens de Raad is de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nu al overbelast en de voorgestelde maatregelen zullen deze situatie alleen maar verergeren. Het plan om verblijfsvergunningen te verkorten van vijf naar drie jaar zal bijvoorbeeld resulteren in frequenter verlengingsprocedures en meer rechtszaken bij afwijzing. Dit strookt niet met Fabers doel om het systeem te stroomlijnen en kosten te besparen.
Ook de Raad voor de Rechtspraak heeft zware kritiek op Fabers plannen. De instelling waarschuwt dat het tweestatusstelsel, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen oorlogsvluchtelingen en mensen die vluchten vanwege vervolging op basis van bijvoorbeeld religie of geaardheid, zal leiden tot een groot aantal juridische geschillen. Naar verwachting zal driekwart van de vluchtelingen die in eerste instantie worden afgewezen, procederen om toegang te krijgen tot de andere categorie. Dit betekent een forse extra belasting voor een rechtssysteem dat nu al kampt met lange wachttijden en personeelstekorten.
Naast de structurele bezwaren tegen de uitvoerbaarheid van de plannen, is er ook kritiek op de haast en onzorgvuldigheid waarmee deze wetten worden voorbereid. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) uitte felle kritiek op het wetgevingsproces. Advocaten kregen slechts een week de tijd om advies te geven over de wetsvoorstellen, een termijn die normaal gesproken minimaal vier weken bedraagt. Bovendien werd hen gevraagd vertrouwelijk met de informatie om te gaan, wat verdere consultatie onmogelijk maakte. Sanne van Oers, algemeen deken van de NOvA, stelde dat deze werkwijze niet alleen de kwaliteit van de wetgeving ondermijnt, maar ook ingaat tegen de beginselen van de democratische rechtsstaat. Volgens Van Oers lijkt er geen valide reden te zijn voor deze spoedprocedures, behalve wellicht een politieke agenda die haar basis vindt in symboliek in plaats van substantie.
De asielnoodmaatregelenwet, een lappendeken van regels die bedoeld zijn om de instroom te beperken en het systeem te ontlasten, krijgt ook scherpe kritiek van experts. Onder deze wet wordt het bijvoorbeeld makkelijker om asielzoekers ongewenst te verklaren na een strafrechtelijke veroordeling en wordt het gezinsherenigingsbeleid verder ingeperkt. Rosa Uylenburg, voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, dringt erop aan om de wetsvoorstellen voorlopig niet in te voeren. Zij wijst erop dat de gevolgen voor de asielketen en de rechtspraak onvoldoende in kaart zijn gebracht en dat Nederland zich met de voorstellen niet goed voorbereidt op toekomstige Europese regelgeving.
Naast kritiek op haar wetgeving, ligt Faber ook onder vuur vanwege haar grensbeleid. Op haar initiatief zijn extra grenscontroles ingevoerd die bedoeld zijn om illegale immigratie tegen te gaan. Hoewel Faber de controles beschouwt als noodzakelijk en effectief, spreken experts en lokale bestuurders dit tegen. Jan Brouwer, hoogleraar openbare orde en veiligheid, noemt het beleid een ‘kansloze missie’. Hij wijst erop dat de beperkte capaciteit van de Koninklijke Marechaussee de uitvoering sterk beperkt. Slechts vijftig extra personeelsleden zijn beschikbaar, wat betekent dat slechts op een handvol grensovergangen daadwerkelijk controles kunnen worden uitgevoerd. Ter vergelijking: in Duitsland worden duizend extra personeelsleden ingezet voor soortgelijke operaties.
De kritiek op de grenscontroles gaat verder dan de praktische uitvoerbaarheid. Volgens emeritus-hoogleraar migratiestudies Han Entzinger kunnen de controles niet bijdragen aan het verminderen van migratiestromen, omdat mensen zonder papieren alsnog asiel kunnen aanvragen zodra ze worden tegengehouden. Het resultaat is dat migranten vaak slechts worden doorgeleid naar Ter Apel, zonder dat er daadwerkelijk iets verandert aan de instroom. Dit maakt de controles volgens experts niet meer dan een kostbare symboolmaatregel.
De financiële implicaties van de grenscontroles worden ook ter discussie gesteld. Volgens Brouwer kunnen de kosten oplopen tot zes à zeven miljoen euro, terwijl de effectiviteit verwaarloosbaar blijft. Burgemeesters in de grensregio’s uiten daarnaast zorgen over de overlast die de controles veroorzaken voor bewoners en ondernemers. Joris Bengevoord, burgemeester van Winterswijk, noemt het beleid ‘symboolpolitiek die niets oplost’. Hij wijst op de economische schade die het kan veroorzaken, met name voor grensarbeiders en transporteurs.
De ministers eigen partijgenoten hebben vooralsnog slechts spaarzaam kritiek geuit, maar vanuit de oppositie is het stilzwijgen allang doorbroken. Parlementariërs van verschillende partijen hebben vragen gesteld over de haalbaarheid en effectiviteit van Fabers plannen. Bovendien lijkt het vertrouwen in haar beleidsvisie binnen de coalitie af te nemen, mede door de groeiende druk vanuit de rechtsstatelijke instellingen.
Fabers beleid lijkt te worden gekenmerkt door een patroon van haast, symboliek en een gebrek aan realisme en kennis. De wetsvoorstellen worden ingediend zonder voldoende overleg of afweging, terwijl maatregelen zoals de grenscontroles slechts minimale impact hebben op de doelen die ze moeten bereiken. Dit heeft geleid tot een situatie waarin instanties, experts en lokale bestuurders zich afvragen of Fabers beleid überhaupt uitvoerbaar is, laat staan effectief.
Fabers gebrek aan inzicht en bestuurlijke vaardigheden liggen al sinds haar aantreden onder vuur. Haar aanpak en koppigheid roepen de vraag op of zij überhaupt in staat is om een samenhangend en realistisch asielbeleid te voeren dat enig effect heeft.
O, en haar tweet klopte ook niet.