BP noemde olieramp 'zeer onwaarschijnlijk'

Terwijl de grootste olievlek in decennia langzaam maar zeker de Amerikaanse kust bereikt, is uit documenten van oliemaatschappij British Petroleum (BP) gebleken dat de kans dat er zich een ongeluk op het boorplatform zou voordoen zeer gebagatelliseerd is. In 2009 schreef BP dat een ongeluk dat tot een grote olievlek zou leiden en voor ernstige schade aan het milieu zou zorgen, vrijwel uitgesloten was.

Robert Wiygul, advocaat en lid van een netwerk voor herstel van de Golf, kan niets in de documenten ontdekken waaruit blijkt dat BP de technologie in huis had om een lek op die diepte onder controle te kunnen houden. "Als je vijftienhonderd meter diep onder water gaat boren naar olie, dan moet je wel de mogelijkheid hebben om controle te kunnen houden over wat je doet", zei Wiygul.

Hoewel er nog onderzoek gedaan wordt naar de oorzaak van de explosie, wordt in aanklachten die na het ongeluk zijn ingediend, gesteld dat de pijp niet goed is afgesloten door medewerkers van oliebedrijf Halliburton. Halliburton ontkent de aantijgingen.

Omdat het olielek onder water nog niet is gedicht en zeer moeilijk op te meten, neemt de angst toe dat er meer olie dan verwacht de Golf van Mexico in zal stromen. Volgens de Amerikaanse kustwacht is er al 6.6 miljoen liter olie gelekt sinds het boorplatform Deepwater Horizon op 20 april explodeerde en zonk. Elf medewerkers kwamen daarbij om het leven. De vlek van 209 kilometer lang en 112 kilometer breed bedreigt honderden diersoorten. In Louisiana zijn visgronden en oesterbedden gesloten.

De Amerikaanse president Barack Obama zal binnen 48 uur afreizen naar de Golfkust voor de meest recente informatie over de pogingen het grote lek te dichten. Obama zegde al toe alles in het werk te stellen om een milieuramp te voorkomen. Hij heeft zijn ministers van binnenlandse veiligheid, binnenlandse zaken en milieubescherming naar het gebied gestuurd om de aanpak van de potentiële milieuramp te coördineren.