Nederlandse schaatsers gaan voor goud in Turijn

Voor het Nederlandse schaatsen is de jaargang 2004-2005 bepaald niet groots geweest. Toch lijken de betrokkenen iets minder te zijn geschrokken van voorbij rijdende buitenlanders dan het seizoen daarvoor. "We raken er aan gewend dat ook anderen winnen", zegt Carl Verheijen.

De topsportcoördinator van de Nederlandse schaatsbond, Ab Krook, vind deze situatie ook niet meer dan normaal. "De prestatie-dichtheid in deze sport is enorm toegenomen. In voorgaande jaren konden wij Nederlanders op basisniveau wereldkampioen worden. Nu moeten we op de beslissende dagen echt iets extra's hebben. Veel mensen in het circuit moeten daar nog mee leren omgaan."

Schaatser Mark Tuitert is het er daar mee eens. "Het liefst willen we iedereen aan gort rijden, maar je ziet dat vijf, zes landen nu voortdurend om de hoofdprijs meedoen. Dat is heel mooi, maar wij winnen niet meer als vanzelfsprekend. Er hoeft ook niet dramatisch over te worden gedaan. Als het even meezit, kunnen wij in Turijn best vijf keer goud winnen."

Marnix Wieberink van het marketingbureau Sport Navigator.nl, en inmiddels manager van meer dan 100 buitenlandse schaatsers, zegt dit ook. "Door de KNSB en de sponsors is in Nederland een infrastructuur opgebouwd waar niemand aan kan tippen. Voor schaatsen is er nergens ter wereld zo'n topsportcultuur. Het zal zeer lang duren voor dat wordt ingehaald, als dat al gebeurt. Wel is het zo dat er steeds meer mensen zijn die een wedstrijd kunnen winnen. En als schaatsliefhebber zeg ik: dat is goed voor de sport."

Erben Wennemars was over het afgelopen seizoen de succesvolste Nederlander. Voor de tweede achtereenvolgende maal werd hij wereldkampioen op de sprint, wat een unicum is voor een Nederlander. Daarnaast werd Jochem Uytdehaage Europees kampioen. En op de valreep werd Bob de Jong in Inzell voor de derde maal wereldkampioen op de 10.000 meter. Geheel onverwacht pakte Barbara de Loor de wereldtitel op de 1000 meter bij de vrouwen.

Bij de vrouwen was er op de wereldtitel van de Loor na, weinig succes. Wel werd Ireen Wust wereldkampioene bij de junioren, en is een belofte voor de komende jaren. Maar na het vorige seizoen, waarin Renate Groenewold wereldkampioen allround werd, Marianne Timmer die titel bij de sprinters pakte en Gretha Smit met Groenewold op de lange afstanden de Duitse hegemonie doorbrak, was het een mager jaar voor de schaatsdames.