Zonne-energie blijft weinig populair

Het aandeel van zonne-energie in de Nederlandse elektriciteitsverbruik blijft minimaal, zo'n 0,03 procent. Vorig jaar werd voor het vierde achtereenvolgende jaar voor ongeveer anderhalf megawatt aan nieuwe zonnestroomsystemen afgezet. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag bekendgemaakt.

Sinds er in 2003 vanwege te hoge kosten een einde kwam aan een subsidieregeling, wordt er weinig in geïnvesteerd. In april ging een nieuwe subsidieregeling voor zonnestroomsystemen van start. Die regeling voorziet in ongeveer tien megawatt in Nederland voor dit jaar, een verzesvoudiging ten opzichte van de laatste jaren.

Het totaal geïnstalleerde vermogen uit zonne-energie in Nederland lag eind vorig jaar op 55 megawatt. Daarmee zit Nederland nog wel in de top vijf van Europa. Duitsland gaat fier aan kop: geen land komt ook maar in de buurt van de kleine vierduizend megawatt die uit zonne-energie wordt gewonnen, ongeveer een half procent van het totaal.

Per inwoner staat er in Duitsland gemiddeld 47 watt aan zonnepanelen. Voor Nederland is dat drie watt. Spanje staat tweede met nog geen vijfhonderd megawatt. Volgens het CBS is dat allemaal te danken aan aantrekkelijke subsidieregelingen voor Duitsers.

Ondanks de magere afzet zijn de omzet en werkgelegenheid in de handel en de productie van zonnestroomsystemen in Nederland vorig jaar opnieuw gestegen. De omzet steeg met vijftig procent tot 247 miljoen euro. De werkgelegenheid steeg met zeventig procent tot bijna vierhonderd voltijdbanen. De stijgingen zijn grotendeels het gevolg van de toegenomen import en export van zonnepanelen en onderdelen daarvan.