"Vmbo is een zinkend schip"
Het vmbo is een zinkend schip en moet worden afgeschaft. Dat stelt hoogleraar onderwijskunde John Peters van de RUG, verwijzend naar de moord op een docent bij het Terra College voor vmbo in Den Haag. Volgens hem is deze moord namelijk het topje van de ijsberg. "Er komt zoveel ellende samen in het vmbo, het is een kwestie van tijd voordat zich opnieuw incidenten voordoen."
De Nederlandse overheid heeft het onderwijsbeleid volgens Peters bijna drie decennia laten 'zwabberen', vooral in het zogenaamde eerstefaseonderwijs. Na mislukkingen als de middenschool en de basisvorming werd het volgens hem door het op een hoop gooien van mavo, lbo en speciaal onderwijs alleen nog maar erger.
Peters zet meerdere problemen waarmee de gemiddelde vmbo-school in Nederland te kampen heeft snel op een rij. Zo is de uitval van scholieren enorm hoog; dertig procent haalt de eindstreep niet. Daarbij ziet hij een kwalitatief probleem: door het samenvoegen van mavo-scholieren, kinderen met leerproblemen, achterstandsjongeren en allochtonen ontstaat een moeras waarin zelfs de scholieren die wel enig perspectief hebben worden weggezogen.
"Het vmbo is ten dode opgeschreven," zegt Peters. Dat komt volgens hem omdat de overheid niet aan de oorzaken van problemen werkt, maar continu symptomen bestrijdt. "Met campagnes voor docenten en scholieren, veiligheidspoortjes, kluisjes of bijspijkercursussen loop je altijd achter de feiten aan." Volgens hem moet er meer aandacht komen voor de combinatie van leerlingen en zouden de strenge exameneisen moeten worden afgeschaft.
Problemen in het vmbo kunnen nadrukkelijk niet alleen worden toegeschreven aan scholieren stelt Peters. "Jongeren veranderen, dat staat vast. Daar moeten we het onderwijs op aanpassen. We hebben een systeem uit het verleden, gebaseerd op de gedachte dat je het beste in kinderen moet stoppen. Dat past niet meer in deze tijd, je moet juist proberen het beste uit ze te halen."