Integratieprobleem is Nederland´s eigen schuld

Het is aan Nederland zelf te danken dat we problemen hebben met de integratie. Dat is de harde conclusie van de onderzoekers Obdeijn en De Mas die al jarenlang ondermeer de Marokkanen is ons land volgen.

Volgens de onderzoekers is wat hier in veertig jaar ten positieve is bereikt, in de geschiedenis van de migratie, nog nooit vertoond. De problemen zijn aan Nederland zelf te wijten, omdat we de migranten veel te lang hebben laten aanmodderen.

Volgens hen integreren bijvoorbeeld de Marokkanen razendsnel, ondanks dat Nederland hen veel te lang aan hun lot heeft overgelaten.
Te laat werden de gevolgen van de immigratie onderkend. 'Ons idee over gastarbeid kwam voort uit een superioriteitsgevoel', zegt De Mas. 'Wij zijn het land van de hugenoten, wij zijn tolerant, het komt allemaal vanzelf wel goed. Die pretentie heeft veel kwaad gedaan. In de jaren zeventig schreef ik dat taalonderwijs voor Marokkanen van groot belang was - maar die discussie mócht je niet eens beginnen. Dat was taboe. Alles wat ging over ras en religie was linke soep, daar mocht je niks negatiefs over zeggen'. De Mas vult aan: 'Hadden we in de jaren zeventig maar hardop geroepen dat er etterbakken tussen zaten, dan waren we nu een stuk verder.'

Niet dat ze de moeilijkheden willen vergeten. De zwembadterreur van Marokkaanse schoffies, de debatten over homoseksualiteit en islam, de moeilijke positie van de vrouw. Nederland klaagt wel dat het te langzaam gaat, maar we hebben indertijd Marokkanen uit het Rifgebied naar Nederland gehaald, dat is niet bepaald de intellectuele voorhoede. Die eerste generatie vluchtte in moskee en koffiehuis, toen de economie het liet afweten en alleen de WAO als oplossing overbleef. Hierdoor zijn ze in een isolement gedwongen. Toen de Marokkanen hier kwamen, waren ze echt niet traditioneel. Ze droegen pakken, dronken een biertje, werkten hard, lagen goed bij de collega's. Maar in de WAO hadden ze niets meer, alleen hun eigen kring. Nu lopen ze in een djellaba, en dragen een baard.

Maar nu de tweede en derde generatie zichtbaar wordt, valt op hoeveel van hen studeren aan een universiteit, carrière maken in het bedrijfsleven en zich mengen in het publieke debat. Voor deze generatie is het moeilijk dat ze moeten aanzien hoe hun vader zielig thuiszit. Ze willen hun ouders niet afvallen, maar wonen wel in een modern land. Dat is een verscheurd leven.

Volgens de onderzoekers zet Nederland zich wel schrap tegen de Marokkanen, maar de tweede en derde generatie zullen echt niet zwijgen zoals hun ouders. 'Vanaf nu leven we niet langer langs elkaar heen, maar met elkaar' zegt De Mas.

--
De Mas is geograaf aan de Universiteit van Amsterdam. Obdeijn is historicus en arabist aan de Universiteit Leiden.