De WAARHEID over integratie

“Beroofd te zijn van het vaderland is ondraaglijk, zeg je. Maar moet je die meute zien waarvoor niet genoeg huizen zijn in Rome, hoe groot de stad ook is. Het zijn bijna allemaal vreemdelingen, die uit alle delen van de wereld hier zijn samengedromd. (...) Rome is de grootste en mooiste stad, maar niet hún stad.” In de tweede eeuw voor Christus was in Rome een zeer diverse bevolking ontstaan. Aanvankelijk waren vooral verarmde provincialen naar de steden getrokken. Ongeveer gelijk aan hoe 'onze' steden zich ontwikkelden ten tijde van de Europese industrialisatie.

Ook woonde er een aanzienlijk aantal slaven en hun nakomelingen afkomstig vanuit het gehele Romeinse Rijk. Deze nakomelingen, en hier wordt het interessant, bouwden een goede positie op binnen de samenleving, voornamelijk met werk dat de autochtone Romeinen weigerden te doen. Dit oefende een enorme aantrekkingskracht uit op hun andere landgenoten, aangespoord door verhalen over Rome, waar alles mogelijk zou zijn en rijkdom voor het oprapen lag. Deze nieuwe werkers kwamen niet langer gedwongen maar veelal vrijwillig.

De oorspronkelijke bevolking vond het allemaal best, niet dat er veel werk was, maar veel werk weigerde men te doen uit trots. Bovendien kon de bevolking altijd steun verkrijgen bij hun patriarch, die brooduitdelingen organiseerde voor de hun goed gezinde delen van de bevolking. Echter, toen het principaat begon en de oude politici en hun patriarchensysteem ophielden te bestaan ten gunste van één keizer verdiepte de kloof tussen de bevolkingsgroepen zich. Uit die tijd stamt ook bovengenoemd Romeins citaat. Plots werd het een noodzaak om voor het eigen gezin geld te verdienen teneinde te overleven.

Overigens gold de ongunstige beeldvorming niet voor alle groepen; van Germanen en Spanjaarden had men een gunstig beeld, deze groepen integreerden namelijk redelijk snel. Men gaf hun kinderen Latijnse namen en nam ook de klederdracht en taal over. Over Carthagers (Noord-Afrika) en Syrië was men echter minder positief; deze groepen hielden stug vast aan eigen gewoontes en intergreerden maar langzaam. De Syriërs hielden volgens sommige bronnen zelfs religieuze diensten die verboden waren voor ‘andere’ Romeinen! Vandaag de dag is er veel te doen over integratie, en als er al naar het verleden wordt gekeken, dan gebeurt dit met de Tweede Wereldoorlog als perspectief.

Veel toepasselijker echter is het om te kijken naar de stad Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Het blijkt dat zij die zich in de eigen sfeer blijven begeven op een negatieve manier de aandacht op zich vestigen (vooral in tijden van economische twijfel). Ik hoor in Nederland dan ook nooit iemand klagen over slecht integrerende Duitsers die in lederhosen over de markt slenteren, maar zodra het over een boerka gaat wekt dit woede op bij veel mensen. Hoe het met het Romeinse Rijk verder ging? Dat bestond nog honderden jaren, zelfs vandaag de dag zijn haar resten nog zichtbaar voor ons. Ondanks dat de keizerlijke tijd vaak gekenmerkt werd door wanbestuur kwam er toch een gevoel van eenheid op door het ontstaan van het christendom onder Constantijn de Grote.

Ondanks de latere splitsing van het rijk en het uiteenvallen van Europa in allerlei middeleeuwse koninkrijken is er tot op de dag van vandaag een diep besef van eenheid, dat bijvoorbeeld in de Europese Unie tot uiting komt. Ik zal niet roepen dat iedereen zich moet bekeren tot het christendom (in dit stuk), maar naar Romeins voorbeeld moeten wij zoeken naar gemeenschappelijke waarden. En heel belangrijk: een ieder moet ook de eigen verantwoordelijkheid nemen in deze.

Wees niet ongerust. Het loopt bij God niet uit de hand.