Solliciteren is een kunst

“Jij schrijft toch columns? Volgens mij zou je hier een serie van kunnen maken,” verzucht mijn baas als de zoveelste sollicitante het kantoor heeft verlaten. We kijken elkaar aan in opperste wanhoop. Maar als we het gesprek evalueren om te kijken of we deze dame door laten gaan voor een tweede gesprek, krijgen we bijna de slappe lach. Het is echt niet te geloven, wat we allemaal meemaken met die sollicitanten.

Ons bedrijf heeft een speciale site waar sollicitatiebrieven en cv’s naartoe gemaild kunnen worden. Vaak is aan de brief en de cv al te zien of we deze kandidaat überhaupt moeten uitnodigen, en alleen al het lezen van deze brieven en cv’s is al een ervaring op zich.

Heel veel mensen weten niet wat  ‘relevante werkervaring’ betekent. Een vrouw van 25 jaar solliciteerde bij ons, en bij ‘relevante werkervaring’ stond: 10 jaar.
Ik keek in haar cv, en daaruit bleek, dat ze in diverse supermarkten had gewerkt, dat ze wat horeca-ervaring had opgepikt zo hier en daar, maar als pedagogisch medewerker – de functie waar wij om vroegen – had ze nog nooit gewerkt. Snapte ze het woord ‘relevant’ gewoon niet? Ze had zelfs nog nooit stage gelopen op een kinderdagverblijf!

Tijdens een sollicitatiegesprek vroeg mijn baas aan een sollicitante: “Ben jij punctueel?” De dame aan wie de vraag gesteld werd, aarzelde. “Tja. Kán. Soms wel. Soms niet,” antwoordde ze, en ze keek ons aan alsof ze zich afvroeg, of ze nu wel het goede antwoord had gegeven. Ineens begreep ik het. Ze begreep de betekenis van het woord ‘punctueel’ helemaal niet! En ze wilde niet dom overkomen door dat toe te geven, dus had ze maar een Jan Peter Balkenende-antwoord gegeven!
Ik besloot om haar een beetje te helpen. “Ben jij iemand, die op tijd komt? Kom je je afspraken altijd na?” “Ja, natuurlijk!” reageerde ze, bijna verontwaardigd. “Ik kom altijd op tijd!”

Ik begin me een beetje een fossiel te voelen. In ‘mijn tijd’ was solliciteren nog een heel belangrijke gebeurtenis in je leven. Je bereidde je daarom goed voor. Wat trek ik aan? Wat weet ik over het bedrijf? Wat kunnen de vragen zijn die mij gesteld gaan worden? In die tijd had je nog niet de hulp van websites, waar je gewoon kant en klare sollicitatiebrieven kon downloaden. Mijn eerste sollicitatiebrief was met de hand geschreven. Ik zorgde, dat ik ruim op tijd was voor het gesprek en deed mijn uiterste best om goed beslagen ten ijs te komen.

Het kost heel veel tijd. Brieven en cv’s lezen, mensen uitnodigen, en dan is het maar afwachten geblazen. Ik verbaas me inmiddels nergens meer over. Soms komt de sollicitant niet opdagen. Of een kwartier te laat en reken dan maar niet, dat zo’n kandidaat zich verontschuldigt. Als mijn baas dan een opmerking maakt over het te laat komen, wordt dit nonchalant afgewimpeld met een: “Ach ja, die trams ook… Rijden nooit op tijd.”

Soms kan je echt een goed gevoel hebben bij een sollicitant. Zoals laatst. Een meisje dat de goede papieren had, een mooie brief en cv gestuurd, relevante werkervaring, er kon eigenlijks niks meer mis gaan. Ze was razend enthousiast, en wij hadden ook meteen een gevoel van: zij zou goed in ons team passen. De procedure na zo’n eerste gesprek is, dat de kandidaat een ochtend meedraait op de groep waar de vacature is, en daarna een tweede gesprek krijgt waarin ook het functioneren van die ochtend wordt meegenomen. We maakten met haar een afspraak. Ze is nooit komen opdagen.

Vorige week hadden we er een dag voor gepland. De week ervoor had ik alle brieven die waren binnengekomen gelezen en kandidaten geselecteerd die ik wilde uitnodigen voor een gesprek. Ik had goede moed, want er stonden achttien sollicitanten op de site die allemaal dolgraag bij ons wilden komen werken. Van deze sollicitanten vielen er meteen al acht af omdat hun brief in erbarmelijk Nederlands was geschreven. Het is vooral op een kinderdagverblijf noodzakelijk dat mensen de Nederlandse taal goed beheersen. De eerste vier jaar van een kind zijn namelijk bepalend voor de ontwikkeling van de woordenschat en het maken van goede zinnen. Dus moeten wij streng zijn waar het onze taal betreft.
De andere kandidaten ging ik bellen om ze uit te nodigen voor een gesprek. De eerste viel af, omdat ze Amsterdam toch wel erg ver weg vond, vanuit Lelystad. “Maar je wist toch, dat wij in Amsterdam zitten?” vroeg ik verbaasd. Onze locatie staat met naam en toenaam op de site en ze had echt op de functie op onze locatie gesolliciteerd. Maar, zo vertelde ze, ze had zich pas later gerealiseerd, dat het toch wel een eind uit de buurt was. Oké, fijn leven verder.
Bij de  volgende kandidaat sprak ik de voicemail in, met het verzoek om terug te bellen, want ze had een goede brief geschreven en ze leek me een goede kandidaat voor ons kinderdagverblijf. Nooit meer wat van gehoord.
Kandidaat nummer 3 had inmiddels een andere baan gevonden. Gefeliciteerd!
En zo ging het maar door. Uiteindelijk bleven er vijf dames over die op gesprek zouden komen.

Mijn baas en ik hadden er de hele dag voor uitgetrokken om de gesprekken te voeren en nabesprekingen te houden samen. De gesprekken vielen stuk voor stuk tegen. “Heb je op onze site gekeken? Wat vind je van de visie van ons kinderdagverblijf?” vroeg mijn baas bij elke sollicitant. Geen van de dames kon daar antwoord op geven. Nee, ze hadden een vacature zien staan op een kinderdagverblijf, en hadden hun diploma op zak, en wilden dus aan het werk. Het bleek ontzettend moeilijk om de sterke en zwakke punten op te noemen. Af en toe zat ik op het puntje van mijn stoel, en wilde de woorden wel úit de mond van zo’n meisje trekken. “Kom op, je kunt toch wel iets opnoemen waar je goed in bent? Of juist niet?” Maar ik moest mijn mond houden en deed dit braaf. Maar wel met kromme tenen.

Ook vakinhoudelijk was het erbarmelijk gesteld met de kennis die de kandidaten tentoon wisten te spreiden. Natuurlijk houden we bij deze gesprekken rekening met de zenuwen van de kandidaat, maar als je niet verder weet te komen dan een: “Ik ben altijd lekker gek met kinderen. Leuke spelletjes doen en zo,” dan vraag ik me toch echt af, wat je dan drie jaar lang op een opleiding hebt gedaan. Vragen als: “Hoe zou jij de sociale ontwikkeling van kinderen bevorderen op je groep,” of  “Welke pedagoog spreekt jou het meeste aan? Welke opvoedingsstrategie zou je het liefst willen hanteren?” bleven onbeantwoord.

Het lijkt wel, alsof ze alle leerstof zijn vergeten op het moment dat ze hun diploma op zak hebben. Ik weet, dat in het laatste jaar een complete module wordt gewijd aan het solliciteren dat ze wacht na het behalen van het diploma. Ik vind het zo jammer, dat die kandidaten zich niet weten te presenteren en te verkopen. Hoe moeilijk kan het zijn? Je verdiept je in het bedrijf, zodat je elk geval de speerpunten weet, je denkt na, over wat jij het bedrijf te bieden hebt, wat je sterke punten, maar ook je zwakke punten zijn. In ons geval, weet je na drie jaar opleiding toch wel, dat er nog wel meer op een kinderdagverblijf gebeurt dan spelletjes doen?

Uiteindelijk bleef er één kandidaat over. Maar we durfden nog niet te vroeg te juichen. We nodigden haar uit voor een tweede gesprek, waarbij ze dus eerst mee moest draaien op de groep. En ze kwam! Op tijd! Ze had duidelijk pedagogische kwaliteiten in huis, die ze die ochtend ook nog liet zien! Tijdens het observeren werd ik steeds enthousiaster. Als we haar in huis zouden weten te halen, kregen we er een goede pedagogisch medewerker aan.
Tijdens het nagesprek was ze erg enthousiast en liet dit ook duidelijk blijken. De normale procedure is, dat mijn baas en ik vervolgens om de tafel gaan en de kandidaat later bellen over de uitslag. Maar met een blik van verstandhouding naar mij, besloot mijn baas in dit gesprek om haar aan te nemen. Ze had al aangegeven, dat ze meteen zou kunnen beginnen.

“Ik mag je pas laten werken zodra we je VOG, het bewijs van goed gedrag binnen hebben,” zei mijn baas. “Je krijgt papieren die je moet invullen en daarmee moet je naar je stadsdeel om aan te vragen. Meestal wordt het na een week opgestuurd, en zodra je de papieren heb moet je me bellen, dan kunnen we een afspraak maken voor je aanstellingsgesprek. Dan kunnen we ook bepalen wanneer je gaat beginnen.”
Het is inmiddels anderhalve week later. We hebben nog niks van onze nieuwe aanwinst gehoord. Morgen maar eens bellen…