Wupliefde

Woensdag 28 juni was er voor het eerst sinds dagen geen WK voetbal op tv. Toch zat ik uit gewoonte met een warme en voedzame maaltijd voor de buis. En voordat ik doorhad dat er toch echt geen voetbal meer ging komen zat ik al vast aan de scherpe analyses van dierenanalyticus Martin Gaus. Geen voetbal dus, maar natte neuzen en kwispelende staarten. Hoewel, had je een bal gegeven dan had alsnog een aardige wedstrijd kunnen krijgen. En dan waren de spreekkoren "Hi-ha-hondenlul" voor het eerst niet kwetsend geweest. Maar ik dwaal af.

Al kauwend op mijn malse kipfilet, was ik verzeild geraakt in de TROS Asiel 5-daagse. Een avondvijfdaagse voor viervoeters zonder baasje die smachten naar snoepkettingen om de hals. Het ene na het andere huisloze huisdier liet zich van zijn of haar beste kant zien. Vervolgens verscheen er een telefoonnummer op het scherm waar baasjes in spé naar toe konden bellen voor een verkennend gesprek met het konijn, keuvelen met de cavia, een potje afblaffen door de hond of een sessie spinnen met de kat. Met dieren die minder spraakzaam zijn, zoals vissen, kon natuurlijk gesmst worden.

Ik maak het misschien wat belachelijk nu, maar het is geen slecht idee zo'n programma. Die duizenden afgedankte dieren verdienen natuurlijk een nieuw en lief baasje. Honden met een strafblad verdienen ook een tweede kans. Zeker als ze plechtig hebben beloofd alleen nog maar te happen naar Peijnenburg in plaats van naar de dochter des huizes of de buurjongen. Katten die niet meer bij de bank kleurden, kunnen weer volledig tot hun recht komen in een ander interieur. En ook cavia's die te zwaar op het budget wogen, verdienen uiteraard een nieuw baasje waar ze niet op een strootje hoeven te bijten. En ik gun konijnen die allergisch voor hun baasje bleken van harte een baasje waar ze wel oren naar hebben.

Maar het meest treurige zijn toch wel de diertjes die door hun baas uit huis zijn geschopt. Die opeens voor hun eigen eten moeten zorgen totdat een oplettende burger het zwervende wezen naar een asiel heeft gebracht. En dat blijkt knap lastig te zijn als er dagelijks stipt om zes uur 's avonds een bak Bonzo, een wortel of - als het aan de kat ligt - hapklare Whiskas werd opgediend.

Toen ik het verdriet in de ogen van die uitgezette dieren zag, dacht ik vol schaamte aan mijn Mega Wup die ik na de uitschakeling tegen Portugal aan een boom in een afgelegen bos had gebonden. Mijn bordje nog vol met eten liet ik achter me en ik sprong in de auto. En gelukkig hij stond er nog. Mijn Mega Wup. Een beetje afgevallen, wat rillerig maar nog net zo trouw. Zijn oogjes rolden van plezier en zijn beide voelsprieten kwispelden van geluk. Hij heeft het me vergeven. Dus we zijn weer gelukkig samen tot het EK van 2008 of het WK van 2010 ons scheidt!