de Webstort (Soho Politics)



We zaten in een Ierse pub in Soho, Tobey Barra en ik. Ik was mijn broer kwijtgeraakt, ergens onderweg in de stad. Bij het oversteken. Ik keek steeds eerst naar links, maar dat rotverkeer rijdt er aan de verkeerde kant van de weg. Na de zoveelste botten-en-bloed-sparende sprong terug op de stoep verloor ik mijn broer uit het oog.
Geen telefoon op zak en geen adres. Die Ierse pub, schoot me te binnen, dat was de enige plek waar mijn broer en ik meer dan eenmaal waren geweest. En ik had dorst. Zo ontmoette ik Tobey Barra.

Tobey Barra was een van de ontelbare Ierse zwervers. Ik schatte hem voor in de dertig. Hij droeg een legerkleurige driekwartjas, een vuile spijkerbroek, kistjes en een rastamuts op zijn sliertige, donkere haar. Hij had me een shaggie zien draaien, vlak voordat ik de pub inging. Of ik er eentje voor hem?... "Ga maar met me mee naar binnen", had ik gezegd.

Ik dronk koffie en flessenwater, Tobey lager. We zaten bij een raam. Tobey zei dat hij de politiek inging. "Ik heb een fokking programma geschreven, man. De filosofen aan de macht, zoals Plato dat wilde. Ik ben een filosoof, man. En ik ben naar Londen gekomen om er een stadsstaat van te maken. Een polis. Londonpolis, weet je."
"Dat klinkt goed," zei ik, "Londonpolis..." En ik lachte en zei: "Pak ze aan, Tobey."
"Ik weet precies hoe het moet worden, maat. En het gaat me lukken, het gaat me fokking lukken!" Tobey sloeg met zijn vuist op tafel, mijn lepeltje danste op het schoteltje.

"Kijk," vervolgde hij, "je moet een Koning-Denker hebben, die weet hoe het moet, wat het beste is. Die het inzicht heeft, het echte inzicht, man. Dan de slimmen die goed kunnen bedenken, dingen en zo, weet je. En een sterk leger. En de werklui en dan de slaven."
"Waarvoor slaven?" vroeg ik.
"Om te assisteren natuurlijk. Heb jij dat nooit, dat je wel een extra hand kunt gebruiken voor een klusje? Maar dat er verdomme niemand is, omdat ze liever werkloos in hun nest liggen te rukken?"
"Ik begrijp wat je bedoelt", zei ik en rolde nog een shaggie voor 'm.

Tobey Barra gebaarde gebiedend met zijn hand. "Doe me nog wat poen voor de bar, man." Ik gaf 'm vijf pond en zei dat ik nog een flesje mineraalwater wilde.
"Je bent toch geen homo, he? Met je water... Ik maak je fokking dood, weet je, als je ook maar met een vinger naar me wijst!...
"Maak je niet druk," zei ik, "ik ben geen homo, maar ben gek op mineraalwater, dat wel. Dus pas op he."
Tobey lachte opgelucht en zei: "Jij bent mijn vriend. Kan je goed dingen bedenken en zo?" Zonder op mijn ontkennende antwoord te wachten stond hij op en ging naar de bar.

Toen hij terug was, zei ik: "Het is gek, maar ik moest net denken aan iemand in mijn land. Een vrouw, die boss is van een linkse partij. Ik bedoel, jij wil een klassenmaatschappij met een heersende elite en zelfs slaven. Maar kijk naar jou, jij bent onderklasse en onderklasse klaagt altijd over ongelijkheid...oneerlijkheid en wantrouwt alles wat maar op elite líjkt."
"En? Wat raaskal je nou, vriend? Vertel me over dat wijf, man. Daar zat je aan te denken."

"Nou, als je haar zo zou zien...niet slecht weet je wel. Wat zoals zij." Ik knikte naar een knap, donkerharig meisje. "Afijn, die is upper-middle class, dat druipt ervan af. En die komt op, met zowat de tranen in de ogen, voor alles wat maar een lam vleugeltje heeft of er eentje lijkt te hebben. Maar het komt niet over. Als ze praat krijg ik visioenen van hockeyvelden, maneges, tennisbanen, tuinen met zwembad... En een meisje dat verdrietig is, omdat een eendenkuikentje door de poes is opgevreten...en dat nooit weer! Snap je?"

"Crazy", zei Tobey Barra.
Ik vroeg niet wie of wat hij crazy vond. Ik zei: "Juist haar soort wordt door de mensen voor wie zij opkomt veracht. Zoals jouw soort door de elite wordt veracht."
"Hahaha," lachte Tobey, "dus die bitch en ik hebben wat gemeen wou je zeggen?"
"Yep, Tobey. Jullie zouden samen moeten zijn, perfect match. Jij veracht geen elite, zij veracht geen onderklasse. Zij is elite, jij bent onderklasse. Geen pijn..."

"Crazy", zei Tobey Barra weer en hij keek verlangend. Toen zwaaide de deur van de pub open. Mijn broer. Hij zag er verwilderd uit, logerende broer kwijtgeraakt in wereldstad... Maar ik zat daar met Tobey Barra en ik had het gevoel tot een inzicht te zijn gekomen, al wist ik niet precies tot welk.