de Webstort (Vader en Zoon)



Ziekenhuis

"Heb jij dat meisje met een kort been gezien?"
"Ja."
"Waarom zit er een verbandje om?"
"Nou, omdat er een stuk van haar been is afgehaald."
"Moet er dan een verbandje om?"
"Ja, net als wanneer je een wond hebt met bloed."
"O... Hoe kan dat?"
"Misschien heeft ze een heel erg ongeluk gehad of was het been heel erg ziek."
"Moet het er dan af?"
"Als het heel erg stuk is of ziek, dan moet dat soms wel."
"Vind jij dat erg voor dat meisje, papa?"
"Ja, ik vind dat heel erg voor dat meisje."
"Ik vind het leuk."
"Leuk?... Vind je dat leuk?"
"Omdat het een meisje is en ik haat meisjes."
"Wat ben jij gemeen."
"Dat is stoer, dat hoort bij jongens."
"Ik denk dat we nu maar naar huis moesten gaan...cola op?...en straks ga ik wel alleen naar de winkel. Zonder een gemeen kereltje."
"Papa?"
"Ja?"
"Jij bent meisjesachtig."


Geboeid

Onlangs was op tv een Amerikaanse-politiewerk-uitzending. Of dat eigenlijk wel geschikt was voor de zoon? "Jawel hoor," zei de zoon, "ik vind dat juist heel leuk om te zien. Want ik wil later bij de politie en dan weet ik nu al hoe het moet."

Te zien was hoe een tegenstribbelende man werd aangehouden en hoe, om hem in bedwang te houden, hij geboeid werd opgevouwen en als postpakket op de achterbank van de politiewagen werd gedeponeerd.

De zoon vertelde dat de man iets bij zich had gehad, wat volgens de man zijn God was waar de politie van af moest blijven. (Het ging om een pakje drugs, waarover de man verklaarde dat hij er thee van kookte omwille van zijn geloof.)

Hij vervolgde ondeugend lachend: "Nou weet ik hoe ik later papa moet arresteren." Tsja, eigenlijk kon hij best alvast op mij oefenen, vond hij.

Dat ging hem goed af.