Nobelprijs voor bewijs zwaartekrachtgolven

De Nobelprijs voor Natuurkunde is dinsdag toegekend aan de Amerikanen Rainer Weiss, Barry Barish en Kip Thorne. Zij leverden het eerste directe bewijs voor het ontstaan van gravitatiegolven in het heelal.

De zwaartekrachtgolven, die honderd jaar geleden al werden voorspeld door Albert Einstein, werden op 14 september 2015 voor het eerst waargenomen. Ze ontstonden door een botsing van twee zwarte gaten en deden er 1,3 miljard jaar over om een zogenoemde LIGO-detector te bereiken.

Het LIGO-project is een samenwerkingsverband van ruim duizend onderzoekers uit meer dan twintig landen. De Nobelprijswinnaars zijn volgens de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen "met hun enthousiasme en vastbeslotenheid" van onschatbare waarde geweest voor het succes van LIGO.

Nooit gemeten
Zwaartekrachtgolven ontstaan volgens de algemene relativiteitstheorie van Einstein altijd wanneer een massa versnelt, bijvoorbeeld wanneer een kunstschaatser een pirouette maakt of een paar zwarte gaten in het heelal om elkaar heen draaien. Einstein was ervan overtuigd dat ze nooit gemeten zouden kunnen worden. Met het LIGO-project was dit wel mogelijk.

De in Duitsland geboren Weiss is verbonden aan het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge. Hij krijgt de ene helft van de prijs van 9 miljoen kroon (940.000) euro, terwijl Barish en Thorne van het California Institute of Technology de andere helft delen.

De prijs wordt op 10 december uitgereikt in Stockholm.

Nobelprijs voor bewijs zwaartekrachtgolven
Nobelprijs voor bewijs zwaartekrachtgolven (Foto: ANP)