Explosies Tianjin mogelijk door bluswater veroorzaakt

Uitgerekend de brandweer heeft mogelijk de ramp in een chemische fabriek in de Chinese havenstad Tianjin veroorzaakt. Het bluswater zou een chemische kettingreactie in gang hebben gezet die eindigde met twee enorme explosies. Het dodental staat op 55, maar veel mensen worden nog vermist. Ongeveer zevenhonderd mensen raakten gewond.

De explosies verwoestten woensdag een terminal met chemische stoffen in Tianjin, ongeveer 100 kilometer van Peking. Een brandweerman die de ramp overleefde, zei dat zijn bluswater het vuur niet doofde, maar juist "groter maakte''. Wat er in het brandende complex zat, wist hij niet. "Het was zo'n groot vuur. Ik heb nog nooit zoiets gezien", zei Xu Qu.

Volgens de politie lag in de terminal vooral ammoniumnitraat, kaliumnitraat en calciumcarbide opgeslagen. Als calciumcarbide (beter bekend als carbid) in aanraking komt met water, ontstaat acetyleen. Dat is een uiterst explosieve stof. Volgens de Amerikaanse deskundige David Leggett, die chemische bedrijven adviseert over veiligheid, kan een explosie van acetyleen hebben gezorgd voor de ontploffing van het aanwezige ammoniumnitraat. ,,Wat mij betreft kan de aanwezigheid van ammoniumnitraat de enorme verwoesting verklaren.''

De directe omgeving is met de grond gelijk gemaakt door de knal. De restanten van de terminal zijn nog altijd gevaarlijk, omdat er nog chemicaliën liggen die kunnen ontploffen. Legereenheden die zijn getraind op chemische oorlogsvoering onderzoeken het terrein.

Een negentienjarige brandweerman is vrijdag levend gevonden in de puinhopen. Zhou Ti was een van de eerste brandweermannen die naar het vuur werden gestuurd, voordat de twee explosies plaatsvonden. Zijn toestand is stabiel. Hij lag op een deel van het terrein waar nog niet eerder kon worden gezocht, omdat het vuur nog niet volledig was geblust.