Weer heel veel slachtoffers in Irak

Door een golf van aanslagen met autobommen in Bagdad zijn donderdagochtend ten minste 33 mensen om het leven gekomen en tientallen gewond geraakt. Dat melden bronnen bij de politie en ziekenhuizen in de Iraakse hoofdstad.

De autobommen ontploften op minstens vijf verschillende plaatsen in Bagdad, waaronder een busstation in de wijk Khazimiyah, waar acht doden en achttien gewonden vielen. Een andere bom ontplofte bij een verzamelplaats van dagloners in Allawi, bij de zogenoemde Groene Zone waar veel regeringskantoren zijn gevestigd; hier kwamen zes mensen om en raakten dertien gewond. Nog eens zeven doden en vijftien gewonden vielen toen een autobom ontplofte bij een bureau van de verkeerspolitie in Baladiyat.

Een andere autobom trof een rij winkels in Bab al-Muadham, met vier doden en twaalf gewonden tot gevolg. In Husseiniyah vielen vier doden en vijftien gewonden toen een autobom ontplofte bij enkele autowerkplaatsen. Een kleefbom aan een kar met gasflessen in het westen van Bagdad veroorzaakte drie doden en acht gewonden. In het zuidoosten kwam een politiepatrouille met de schrik vrij toen een autobom afging. Een voorbijganger liet echter wel het leven, vier anderen raakten gewond.

De verantwoordelijkheid voor de aanslagen van donderdag is nog niet opgeëist, maar veel aanslagen op burgers worden toegeschreven aan soennitische extremisten, die de door sjiieten geleide regering proberen te ondermijnen.

Het geweld in Irak is toegenomen sinds het optreden van leger en politie tegen een protestkamp van soennieten in Hawijah in april. In de afgelopen maanden zijn al meer dan drieduizend mensen om het leven gekomen. De spanningen tussen soennieten en sjiieten in Irak zijn toegenomen door de burgeroorlog in het buurland Syrië.