Militairen bezetten zakencentrum van Bangkok

Militairen in volledige gevechtsuitrusting hebben maandag bezit genomen van de centrale zakenwijk van de Thaise hoofdstad Bangkok. Voor de ogen van verbijsterde toeristen werden rollen scheermesdraad op de trottoirs uitgezet. Zogenoemde 'roodhemden', die sinds 12 maart in de straten van Bangkok bivakkeren om een nieuwe regering te eisen, beschuldigden het leger ervan een 'killing field' voor te bereiden.

Premier Abhisit Vejjajiva liet via de televisiekanalen van de regering weten dat hij de demonstranten bij Silom Road geen ultimatum wilde stellen. Maar het gonsde van geruchten over mogelijk ingrijpen van het leger. De roodhemden hadden eerder hun kamp opgeslagen in het oude centrum van Bangkok. Een poging van de ordetroepen om ze daar weg te krijgen leidde op 10 april tot een geweldsuitbarsting met 25 doden en meer dan achthonderd gewonden als gevolg.

Betogers verzamelden stenen en al dan niet gepunte bamboestokken om zich tegen een eventuele aanval te verweren. "Ik ben ervan overtuigd dat de soldaten ons zullen bestormen. Wij hebben niet echt iets om mee tegen ze te vechten. Een bamboestok is niet opgewassen tegen wat zij hebben, ik weet het, maar ik moet het er maar mee doen", zei betoger Buapeuan Puisuwan.

De roodhemden zijn aanhangers van de in 2006 door het leger afgezette premier Thaksin Shinawatra en voornamelijk afkomstig van het platteland. Zij eisen dat Abhisit het parlement ontbindt en nieuwe verkiezingen uitschrijft.

Er bestaat een tegenbeweging van 'geelhemden', die gesteund wordt door de gevestigde orde. De geelhemdengroep, ofwel de Volksalliantie voor Democratie, dreigde zondag tegen de roodhemden in actie te komen als de regering niet ingrijpt.