Politie laat suikerpatiënt aan lot over

Deze week is het de Amsterdammer Rob en een vriend van hem pijnlijk duidelijk geworden wat de prioriteiten van de Amsterdamse politie zijn. De agenten vonden het belangrijker om een bekeuring uit te schrijven dan een suikerpatiënt die zijn bewustzijn bijna verloor te helpen.

Eerder deze week reed Rob met een vriend over de Beneluxbaan. "Die vriend heeft diabetes en kreeg naast mij een hypo. Dan moet je heel snel suiker hebben, anders gaat het mis. We hadden niets in de auto, maar ik wist dat er verderop een benzinepomp was. Daar konden we iets van snoep of cola halen. Ik gaf daarom flink gas," aldus Rob. "Ik werd aangehouden. Terecht, want ik reed te hard. Ik legde de situatie uit, maar daar hadden ze maling aan. Ondertussen werd de toestand van mijn vriend steeds slechter. Maar ik moest papieren laten zien en die boete werd, tergend langzaam, geschreven. We waren nog net op tijd bij de benzinepomp, want mijn vriend had bijna het bewustzijn verloren."

's Avonds zijn Rob en zijn vriend Wim met hun echtgenotes naar het politiebureau aan de Van Leijenberghlaan gegaan. Om hun verhaal te bewijzen namen ze medische verklaringen mee, waaruit de suikerziekte van Wim blijkt. "We waren ontzettend boos. Die agenten hadden voor ons uit kunnen rijden naar die pomp en dáár de zaak kunnen bespreken." Op het politiebureau kregen de vier de horen dat de agenten in kwestie wel zouden bellen, maar dat is tot op heden nog niet gebeurd. Rob overweegt aangifte tegen de agenten te doen, omdat zij volgens hem bewust het leven van zijn vriend in gevaar hebben gebracht.

De Amsterdamse politie laat weten dat het voor de agent onmogelijk was om te zien aan de suikerpatiënt dat deze zich niet goed voelde. In het postvak van de agent is wel een briefje neergelegd met daarin het verzoek deze meneer te bellen. Omdat de agent in kwestie vrij was heeft hij dit briefje nog niet gezien en heeft hij Rob en Wim dus nog niet kunnen bellen.