Alcoholindustrie beïnvloedt de alcoholpreventie

Icoon ShockingDe alcoholindustrie bemoeit zich zeer actief met de alcoholpreventie. De branche overlegt al jaren in beslotenheid met beleidsambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid met maatschappelijke organisaties over het alcoholbeleid. In een speciaal directeurenoverleg bespreken bedrijven als Heineken, Bacardi en branche-organisaties zoals het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (de koepel van supermarkten) en Horeca Nederland allerlei beleidsonderwerpen over alcohol.

Volgens directeur Wim van Dalen van de Stichting Alcohol Preventie (STAP) blijven onderwerpen door het overleg buiten de politieke besluitvorming. Van Dalen werd onlangs uitgenodigd deel te nemen aan het overleg. Hij heeft bedankt. "Het is principieel onjuist als mogelijke maatregelen ter beteugeling van het alcoholprobleem al worden ingeleverd zonder politieke discussie."

Naast STAP is er ook nog de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (STIVA), bekend van de slogans 'Geniet, maar drink met mate' en de nieuwe 'Alcohol onder de 16, nog even niet'. Wat veel mensen niet weten is dat de STIVA bestaat uit de Nederlandse producenten en importeurs van bier, wijn en gedistilleerde dranken. Op de nieuwste slogan is dan ook veel kritiek. Volgens de alcoholpreventie wordt er gesuggereerd dat het na je 16e wel goed is om te drinken.

Het nationaal gezondheidsinstituut NIGZ is ook deelnemer aan het overleg. Directeur Hans Krosse: "We hebben hetzelfde doel: overlast en drankmisbruik bestrijden. Er worden meningen uitgewisseld, er wordt niks achter de gordijnen gehouden." Maar daar is STAP het niet mee eens. Economische belangen domineren volgens hem het overleg. "Voor mij komen gezondheidsbelangen op de eerste plaats. Hoe je het ook bekijkt, dit soort persoonlijke contacten leiden tot beïnvloeding."

Tot voor kort vielen Horeca Nederland en Heineken in het overleg VWS aan over de subsidiëring van STAP, blijkt uit de notulen. Toen in september 2002 VWS-ambtenaar Aginus Kalis klaagde over bezuinigingen van het ministerie, kwam uit de vergadering de suggestie "eens naar de effectiviteit van de subsidie aan STAP te kijken."