Duindorp, het leukste dorp van Nederland

Terwijl de NOS nog steeds allemaal mensen laat zien die op het ijs hun contactlenzen aan het zoeken zijn, heb ik zondag het eerste fietstochtje van 2014 met de racefiets gemaakt. Ik fiets elke dag, want ik heb geen auto en geen rijbewijs, maar dat doe ik met de mountainbike. De racefiets is voor de lange afstanden en die fiets ik alleen in de lente, de zomer en soms in de herfst. Ik ben wat dat betreft een mooiweerfietser.

Het was een tochtje door het Westland naar Hoek van Holland en door de duinen naar Den Haag. Meestal ga ik dan bij Kijkduin weer richting Rijswijk, waar ik woon, maar dit keer fietste ik verder door de duinen. Je komt dan uiteindelijk in Duindorp. Daar ben ik niet geboren, maar wel opgegroeid.
Zeg nooit tegen een Duindorper dat hij een Hagenaar is. Duindorp is een onderdeel van Scheveningen. Dat hoort officieel ook bij Den Haag, maar zo zien Scheveningers dat niet en Duindorpers nog minder.
Duindorp heet niet voor niets zo. Het is een echt dorp, want in het Zuiden en Westen grenst het aan de duinen, in het Noorden aan het Verversingskanaal en de haven en in het Oosten aan de Bosjes van Poot.

In de tijd dat ik er opgroeide spraken veel Duindorpers nog Schevenings en liepen veel vrouwen ook nog in klederdracht. Zeer ongemakkelijke hoepeljurken en kappen met pinnen erin. In Duindorp was men overwegend gereformeerd. Zondags ging heel Duindorp naar de kerk aan de Tesselsestraat. Als ik er zondags eens langsliep, viel me op dat die gereformeerden zongen alsof ze aan het dood gaan waren; zo traag was het.
Toch ben ik blij dat ik daar mijn jeugd heb mogen doorbrengen.

De jongeren waren namelijk veel moderner dan hun ouders. Ik had er veel vrienden en vriendinnen. Als kind speelde ik met de jongens cowboytje in de duinen en in de Bosjes van Poot. Het was een geweldige tijd. Dat had wel een nadeel. Je had totaal geen zin om naar school te gaan.
Ik ging niet in Duindorp naar school, maar in de Vogelwijk. Een groter contrast dan tussen Duindorp en de Vogelwijk is niet denkbaar. De Vogelwijk was een chique buurt. De mensen die er woonden, konden het zich permitteren om te gaan skiën en ook nog op zomervakantie te gaan naar verre landen. Wij, in Duindorp, moesten het meestal doen met één vakantie in een zomerhuisje in Den Dolder. In de Vogelwijk sprak men ABN. Dat was de reden dat ik er op school zat. Eerst op de O.G.Heldringschool en later op de Montessorischool. Maar vaak was ik er niet. Ik wilde liever naar buiten. De duinen in, of naar de haven, waar we een hut hadden gebouwd tussen de vistonnen. De thermometers van toen waren gelukkig makkelijk te manipuleren. Gewoon even opwrijven tot een temperatuur die te hoog was om naar school te gaan, maar laag genoeg om na een paar uurtjes weer te zijn opgeknapt. Mijn ouders waren hervormd en als je in de opstanding van Jezus uit de dood gelooft, dan moet je niet zeuren als je zoon na een paar uurtjes alweer van een griepje is genezen.
Tegenwoordig hebben kinderen het veel moeilijker denk ik. Ik heb zelf al een digitale thermometer. Die geeft meteen de juiste temperatuur aan als hij in je kont zit. Het zou zomaar kunnen dat er tegenwoordig al thermometers zijn met GPS. Die worden gevolgd door de AIVD en die instantie stuurt natuurlijk onmiddellijk de juiste temperatuur door naar de klassenmentor.

Duindorp had nog een nadeel.
Wanneer de politie je pakte terwijl je in de duinen achter het prikkeldraad aan het spelen was, dan moest je meteen mee naar het bureau als je vertelde dat je uit Duindorp kwam. Duindorp had namelijk een slechte naam. Waarom? Ik had geen idee destijds. We waren toch gewoon leuk aan het spelen in de duinen. Als we cowboytje speelden, hadden we alleen klappertjespistolen bij ons en als we met meisjes daar waren, gebruikten we zelfs pistolen zonder klappertjes. Dus om daarom nou moeilijk te doen. Dat is weer een voordeel van deze tijd. De politie zal echt niet achter jongeren aangaan die zich achter het prikkeldraad bevinden. In die tijd deed de politie dat wel. En het gekke is, dat onze ouders dan ook nog kwaad op ons waren en ons straf gaven in plaats van het politiebureau te belagen en met de agenten op de vuist te gaan.
Ach, we vochten wel eens met de Magneet, elders uit Scheveningen. Of met de Gele Slang, uit de Fahrenheitstraat. Of met de Indo's of de Paraplu. Maar daar vielen nooit doden en zelden gewonden. We hadden allemaal boksbeugels en fietskettingen met spijkers, maar sloegen er nooit mee. We keken wel uit. De anderen zouden ons ook wel eens pijn kunnen doen.

Duindorp had één groot voordeel. De mooiste meisjes woonden in Duindorp. En ze waren erg flexibel over het algemeen. Er woonden veel vissers in Duindorp en je rook er ook vaak gebakken vis. Toch pakten wij jongens ook nog wel graag een mosseltje tussendoor. Er was één kanjer van een vis, die we allemaal wel in een netje wilden vangen. Ze heette Coby en leek heel erg op Brigitte Bardot. En dan niet alleen van gezicht. Coby was helaas een paar jaar ouder dan ik, maar ze zocht me steeds op. Dat kwam omdat ik bevriend was met haar ex-vriendje. Ze wilde dat vriendje terug en probeerde dat via mij te bereiken. Ik had er echt geen bezwaar tegen, want ze vertelde me alle standjes die ze met haar ex had gedaan en dat waren er veel meer dan ik tot dan toe had gefantaseerd.

Volendam is bekend om zijn muzikanten. Bekend is die verschrikkelijke palingsound. Maar Duindorp had in die tijd ook veel goede muzikanten. Ik speelde samen met een aantal andere gitaristen. We hadden niet echt een band, maar maakten gewoon lekkere muziek.
Een ervan speelde later in The Haigs, samen met Barry Hay. Een ander ging naar Willy and his Giants. Den Haag was in de jaren zestig beatstad nummer één van Nederland en Duindorpers hadden daar een behoorlijk aandeel in. Het was dus een muzikaal dorp. Er werd niet alleen maar traag in de kerk gezongen.

Zondag fietste ik dus weer eens door dat dorp uit mijn jeugd en ik was blij om te zien dat er niet eens zo gek veel is veranderd. Het Tesselseplein was zelfs opgeknapt. De school aan de Tholensestraat, de straat waarin ik woonde, had plaatsgemaakt voor huizen, maar dat was geen verslechtering.
Het viel mij erg mee. De gemeente Den Haag heeft zowat heel Scheveningen verkloot, maar er is toch nog een klein dorpje dat moedig weerstand biedt tegen de overheersers. Alleen de vis is er tegenwoordig lang niet altijd meer vers, ben ik bang.