Cratie, maar demo- nee, dat niet meer
Het woord democratie, met uitleg nog wel, komt dezer dagen weer om de haverklap langs. Iedereen, met name de politicus heeft er de mond van vol. Het lijkt wel of men – zonder dat uitdrukkelijk te melden – bezorgd is dat zonder deze aandacht de democratie geen lang leven meer zal hebben. Kijk, dat is een kwestie die smeekt om enig spitwerk. Van Gramps.
Enig speurwerk leert dat er heel wat regeringsvormen zijn die worden aangeduid met –archie of –cratie. Zoals oligarchie en plutocratie. Er zijn er tientallen, allemaal met beschrijving. Zelfs de meritocratie staat erbij. De pecuniacratie van Groteherman nog niet, maar wat niet is kan komen. Vraag is welke cratie wij nu hebben, als we niet meer met enig recht van spreken kunnen zeggen dat we een democratie hebben. En waarom we stemmen zoals we stemmen. Ik zal u niet al te lang in het ongewisse laten: dat antwoord staat er ook bij. We zijn onmiskenbaar overgestapt naar een andere staatsvorm. Alles overziend hebben we al enige tijd geleden afscheid genomen van de democratie. En mensen die de volgende, nu verschenen staatsvorm hebben beschreven en in de geschiedenis nagezocht, weten dat de democratie voorlopig ook niet meer terugkomt. Eerst komen er een heel stel andere regeringsvormen voordat het volk weer rijp is voor echte democratie.
Ik vond een paar hele mooi cratieën. Een paar waren ook kandidaat voor onze huidige toestand. De leukste, maar niet de huidige toestand weerspiegelende vorm is de pornocratie. Ja, die bestond echt. In de tijd van de Lodewijken was de macht van de maîtresses enorm. Als je zo’n dame wist te paaien kon het zomaar gebeuren dat ’s avonds op het hoofdkussen jouw wens er bij Zijne Majesteit werd doorgedrukt. In die tijd was het ook algemeen bekend dat Amsterdam niet werd bestuurd door de burgemeester maar door zijn huishoudster. Tijdens het Directoire was het ook usance: de eerste echtgenote van Napoleon was de keuze van anderen.
Dan heb je de pseudocratie, en die vertoont nogal wat gelijkenissen met de huidige situatie. Hierbij proberen de bestuurders in het pluche te blijven door het volk informatie te onthouden, door glashard de waarheid te ontkennen en door desinformatie te verspreiden. Helaas voor leugenachtige bestuurders is de beschikbaarheid van informatie anders dan die van de regering tegenwoordig door Internet en pers zo groot dat deze grappen meestal niet zolang standhouden. Het wordt regelmatig geprobeerd, maar heel erg succesvol is het niet.
Nee, wat we hier nu hebben is al heel oud, zelfs zo oud dat het werd beschreven door Aristoteles en door Polybios, allebei ruim voor het begin van onze jaartelling. Het vreemde is dat ik er nog nooit van had gehoord. Vorige week las ik op een andere site dit woord voor het eerst in een reactie op een stukje redactioneel. Het is zo onbekend – en reken maar dat ik de afgelopen dagen heel veel heb rondgevraagd, ook bij politici – dat het noemen van dit begrip wel met een taboe lijkt te zijn omgeven. Zo van: als wij politici met dit begrip gaan wapperen kunnen we de verdediging van de democratie verder wel vergeten.
Gramps, kom op, NOEM HET! Okee, komt-ie. Ochlocratie. Huh, wat?? Juist, dat bedoel ik. Jullie wisten het ook niet. Oplossing voor die lacune in uw kennis? Kijk eens een uurtje rond op Google en je weet het voor altijd. Het angstige is dat het zo vreselijk precies klopt. In Engelstalige landen hebben ze een populaire uitdrukking voor ochlocratie, namelijk ‘mob rule’, en dat dekt de lading helaas vrij secuur. Er zijn allerlei bestuursvormen die een verbasterde vorm kennen. Zo kennen we de monarchie die kan ontaarden in een tirannie. De plutocratie die daarna komt en verwordt tot oligarchie. De ochlocratie is eigenlijk democratie op zijn laatste benen, de ontaarde vorm. Volgens Aristoteles komt na de ochlocratie een regering door een sterke man, vaak een tiran. En begint de hele cyclus weer opnieuw.
Laten we eens wat kenmerken van een ochlocratie benoemen. Allereerst en allermeest staat gezag ter discussie. Dat gezag moet wel zijn werk doen, maar alleen bij de buurman, de mens zelf wil er geen last van hebben. Dus de politie mag, moet zelfs die prent uitdelen aan die andere vent, zelf mogen we de regels best stevig oprekken. Eigen belang komt altijd eerst. Het genot komt voorop, uitgedrukt in bezit van de nieuwste dingen. Keeping up with the Joneses? Hoort erbij. Respect verdwijnt vrijwel geheel. Elkaar in discussies onderbreken, alleen naar jezelf luisteren, veel herrie maken om toch vooral maar gehoord te worden. Eerst nadenken voordat je wat zegt? Niet nodig. Zo hard doorkomen dat repliek achterblijft, dat is je ware. Iemand die je beleefd wijst op je fouten, duidelijk zonder bedoeling je te willen beledigen? Daar heb je geen boodschap aan. Die vloek je helemaal stijf, dan doet-ie het de volgende keer tenminste niet meer en heb je er ook geen last meer van. Als hij twee keer zo hard terug brult en je met doodsbedreigingen stil krijgt, ach, volgende keer beter. Of je gaat op hoge poten naar de politie; die ellendeling moet zijn vet hebben. Wat denkt-ie wel?
Nadenken voordat je meehuilt met de wolven in het bos? Ja kom zeg, dan is het niet leuk meer. Geregeld keihard van je af schreeuwen, dat lucht op. En mocht later blijken dat het een storm in een glas water was, gebaseerd op een domme en/of kwaadaardige misquote, ach, dan ben jij toch verkeerd voorgelicht?
De volksvertegenwoordigers doen er enthousiast aan mee. Om de haverklap worden er Kamervragen gesteld over helemaal niks. Of niks, het was een hype, opgeklopt en uit zijn verband getrokken door de media. Maar dat willen de kiezers toch? Nou, dan doen we het. Dat beantwoording van een Kamervraag peperduur is en vaak zinloos, ach, het is gemeenschapsgeld, dat doet het Kamerlid geen pijn. Hij moet voor zijn voortbestaan zorgen, en dan is het tevreden stellen van de muitende horde buiten de Kamer een eerste vereiste.
Vrijheid is geen recht meer maar een keiharde eis, en alles wat in weg staat vlieg je naar de strot. Gezag? Of dat nou politie, brandweer of ambulance is, aanvallen die hap. Jij hebt de vrijheid om doorgesnoven en half lam gezopen je tijd op straat te besteden zoals jou dat goeddunkt, en als men je dwars zit, dan weet je daar wel raad mee. Ouders en kinderen hebben precies gelijke status, dus opvoeden lukt niet zo goed meer. Als je een fout maakt in het verkeer maak je geen excuses, nee, je scheldt die ander verrot omdat-ie niet goed uitkeek.
Sancties? Daar kunnen we kort over zijn. De politie is inmiddels aan handen en voeten gebonden. Ze mogen bijna niks, besteden hun dagen aan hoogst noodzakelijk papieren invullen. En sancties zijn te laat en te weinig. Behalve als ze onszelf treffen, dan is Leiden in last. Belasting? We geven af op die rotgrieken die belasting betalen zien als een teken van zwakte en domheid, maar ach, tegen een voordeeltje dat niet al te fris tot stand kwam zijn we niet bestand, we verwelkomen het zelfs en pochen erover.
Een paar decennia geleden moest alles kunnen. Moet kunnen, zeiden we te pas en te onpas. We zijn duidelijk veel te ver doorgeschoten. Dus nu moeten we terug. Naar vrijheid, maar dan in gebondenheid, naar rechten die zijn gebaseerd op plichten. Naar niet-stoffelijke democratische waarden. Naar je kinderen echt opvoeden, consequent en met een regelmatig nee. Naar historisch besef, zodat we kunnen leren van de fouten die vroeger werden gemaakt. We zeggen weleens dat de geschiedenis zich herhaalt. Ik heb al vaker gezegd dat dit niet klopt: wij herhalen de geschiedenis. Maar dat kan alleen als we de geschiedenis kennen. Anders is de constatering gewoon vals. En – voor alles en boven alles – moeten we terug naar respect. Voor elkaar, voor gezag, voor senioriteit, voor ervaring. Op een maatschappij zoals we die nu invullen kan een democratie niet floreren. We zijn hedonisten geworden, en dat verdraagt zich heel slecht met democratie. Als een hedonist stemt is het partijprogramma niet belangrijk meer. Alleen de vraag: wat levert het mij op? Dus democratische principes kunnen bij het grofvuil.
Ziet u dat gebeuren? Teruggaan naar begrippen die door onze voorouders werden gekoesterd? Ik sta bekend als een rasoptimist, maar hier denk ik dat de oude wijsgeren gelijk hadden. Een weg terug is er niet, het wordt alleen maar erger.
En wie is dan die sterke leider die in de coulissen staat te wachten op zijn kans? Als die nog geboren moet worden staat ons nog het een en ander te wachten. Als hij er al is…