2008: US elections special
Dit is meteen één van de meest opvallende verschillen tussen het Amerikaanse verkiezingssysteem, en bijvoorbeeld het systeem dat wij kennen in Nederland. In deze primaries wordt er gestemd voor de nominatie van de Democratische en de Republikeinse partij. De burgers zijn dus niet alleen betrokken bij het kiezen van de president, maar zelfs bij het kiezen van de kandidaten voor de presidentsrace. In de Verenigde Staten zijn er drie verschillende soorten primaries. Er is de gesloten primary, waarin alleen mensen die geregistreerd staan als Republikein of Democraat mogen stemmen. Daarnaast is er de open primary, waarin mensen mogen stemmen op de persoon die ze willen, ongeacht bij welke partij ze ingeschreven staan. Als laatste is er de zogenaamde blanket primary, waarbij mensen niet geregistreerd hoeven te zijn, en mogen stemmen op de persoon die ze willen. Bij de blanket primary mogen mensen zelfs én op een Democraat, én op een Republikein stemmen.
De primary is niet de enige manier waarop de twee Amerikaanse partijen en hun kiezers bepalen wie de nominatie voor de presidentsrace krijgen. Iowa, de staat die traditioneel de eerste staat is die haar presidentskandidaat nomineert, doet dit via een zogenaamde caucus. De caucus is een vrij ouderwetse manier van stemmen, waarbij mensen in plaats van een stemhokje in te lopen en een kandidaat aan te vinken, samenkomen en met elkaar discussiëren over de verschillende kandidaten. Het is te vergelijken met de gesloten primary in die zin, dat alleen geregistreerde kiezers hier iets in te brengen hebben. Deze geregistreerde kiezers komen per county (Iowa bestaat bijvoorbeeld uit 99 counties) bijeen, discussiëren dan wat met elkaar, om dan uiteindelijk over te gaan tot verkiezing. Door dit element van discussie wil de caucus nog al eens chaotisch verlopen, wat al meer dan eens tot controverse heeft geleid.
Het grote verschil tussen de primaries en de caucuses en de uiteindelijke presidentsverkiezing is hoe de stemmen tellen. De presidentsverkiezingen kennen een 'winner takes all' systeem. Dit betekent dat de kandidaat met de meeste stemmen alle 'delegates' pakt die er in een staat te verdienen zijn. De primaries en caucuses kennen een proportioneel systeem, waardoor de race in de primaries potentieel een stuk spannender is. In bijvoorbeeld New Hampshire haalde Hillary 39% van de stemmen, en Obama 37% waardoor Hillary ondanks haar overwinning in deze staat, Obama vlak achter zich vindt.
De manieren van stemmen verschillen dus per staat, de ene staat doet aan de caucus verkiezing, de andere aan een reguliere preliminary, waar dus ook weer verschillende soorten van bestaan. Het feit dat niet alle staten op dezelfde dag naar de stembus gaan, en dat de data tussen de voorverkiezingen van de Democratische en Republikeinse partij niet op dezelfde dag plaats vinden, maakt het er ook allemaal niet eenvoudiger op. Er zijn al vaak stemmen opgegaan om de manier van voorverkiezingen te hervormen, maar veel hangt samen met traditie. En een kakelend buurthuis waar de stembiljetten door elkaar raken heeft volgens sommigen ook wel zijn charme.
Uiteindelijk wordt er op basis van de voorverkiezingen het aantal gedelegeerden per kandidaat vastgesteld. De Democratische Partij heeft in totaal 4049 gedelegeerden verspreid over het hele land, de kandidaat die dus uiteindelijk 2025 gedelegeerden achter zich heeft, zal in november de Democratische partij vertegenwoordigen. De Republikeinen hebben er 2380, en de winnaar zal dus minimaal 1191 gedelegeerden achter zich moeten hebben om de Grand Old Party te mogen vertegenwoordigen. Het feit dat er ook nog een aantal zogenaamde 'unpledged' delegates tussen zitten maakt het er allemaal niet makkelijker op, dit zijn in feite zwevende gekozen kiezers. Uiteindelijk wordt er op basis van deze cijfers op de Democratic National Convention in augustus te Denver de Democratische presidentskandidaat aangewezen. Hetzelfde zal gebeuren bij de Republikeinen in september, in Minneapolis.