Biografie Prinses Juliana (1909-2004)
Op 30 april 1927 werd Prinses Juliana achttien jaar en grondwettelijk meerderjarig. Daarmee was zij gerechtigd het Koninklijk gezag zonodig te aanvaarden. Twee dagen later werd de Prinses door haar moeder ingeleid in de Raad van State. Van 1927 tot 1930 volgde de Prinses colleges aan de Rijksuniversiteit Leiden. Die jaren woonde Prinses Juliana met enkele medestudentes in Katwijk. De keuze van vakken werd enerzijds afgestemd op haar toekomstige taak als staatshoofd, anderzijds op haar persoonlijke belangstelling voor literatuur en godsdienst. Tijdens haar studietijd nam de Prinses actief deel aan het studentenleven als lid van de Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL). Haar studie werd bekroond met een erepromotie tot doctor in de letteren en de wijsbegeerte. Promotor was de bekende historicus Johan Huizinga.
Na afloop van haar studie kreeg de Prinses een eigen secretariaat in haar Paleis aan de Kneuterdijk. Ze hield zich weliswaar nog niet bezig met staatszaken, maar vertegenwoordigde het Koninklijk Huis wel bij tal van officiële evenementen. In de crisisjaren (begin jaren '30) oriënteerde de Prinses zich voornamelijk op sociaal terrein. Mede op haar initiatief kwam het Nationaal Crisis Comité tot stand, dat steun verleende aan de talrijke crisisslachtoffers. Prinses Juliana werd ere-presidente van het Comité en was in die functie zeer actief. De Prinses volgde haar vader, na diens overlijden in 1934, op als voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis.