Recordaantal vrouwen in de Tweede Kamer
Nog nooit waren er zo veel vrouwelijke Kamerleden als nu. Sinds vandaag telt de Kamer 62 vrouwen, tegenover 88 mannen. Dertig jaar geleden zaten er slechts achttien vrouwen in de Kamer, een aantal dat sindsdien gestaag is gestegen.
Gisteren namen er in de persoon van Roland Kortenhorst (CDA) en Wijnand Duyvendak (GroenLinks) nog twee mannen afscheid. Ook Karien van Gennip (CDA) vertrok. De drie werden vervangen door Sabine Uitslag en Ine Aasted-Madsen van het CDA en Jolande Sap van GroenLinks.
Aan het einde van de negentiende eeuw maakte oerfeministe Aletta Jacobs zich al hard voor het vrouwenkiesrecht. In 1894 richtte zij samen met Wilhelmina Drucker de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht op. In 1918 werd Suze Groenweg het eerste vrouwelijke Kamerlid voor de SDAP. Mannelijke collega's omschreven haar als 'kat die je beter niet zonder handschoenen aan moest pakken'. In 1922 was Lizzy van Dorp namens de Liberale Partij de eerste vrouwelijke fractievoorzitter. Inmiddels telt de Kamer vijf vrouwelijke fractievoorzitters, tegenover zes mannelijke.
Het recordaantal vrouwen ten spijt vormt de Tweede Kamer nog geen juiste afspiegeling van de man-vrouwverhouding in Nederland. In de Kamer is 59 procent man en 41 procent vrouw, onder de Nederlandse bevolking zijn deze percentages volgens de laatste telling van het CBS respectievelijk 49 en 51.
Van de 27 ministers en staatssecretarissen in het huidige kabinet zijn elf bewindspersonen vrouw.