FTM: “Nederland houdt smartengeld achter”

Nederland houdt onterecht smartengeld achter dat zou zijn bedoeld voor Nederlandse dwangarbeiders van de Birmaspoorweg. Dat claimt Follow the Money (FTM). Het zou gaan om zeker 221 dwangarbeiders of hun nabestaanden.

Het smartengeld is terug te voeren op de verkoop van de Birmaspoorlijn aan Thailand na de capitulatie van Japan. Thailand betaalde in totaal 1.250.000 Britse pond, dat werd verdeeld over verschillende landen die bij de bouw van de Dodenspoorlijn betrokken waren of wiens onderdanen daar tewerk werden gesteld. Nederland zou in totaal 100.003 Britse pond hebben ontvangen, bedoeld als smartengeld voor de in totaal 17.235 rechthebbenden. Dat is fl. 61,73 per dwangarbeider. In totaal zouden zeker 221 dwangarbeiders nooit iets hebben ontvangen, waardoor in totaal ruim fl. 13.500, volgens FTM € 203.541,- euro (gecorrigeerd op basis van indexatie), dus niet is uitgekeerd.

Uit het onderzoek van FTM blijkt onder andere dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken, bij de beoordeling van aanvragen, "eigen voorwaarden" zou hebben gecreëerd, waardoor rechthebbenden onterecht nul op rekest kregen. Het ministerie heeft aanvragen onder andere hebben afgewezen, omdat "alleen mannen die daadwerkelijk aan de spoorlijn hebben gewerkt, recht hebben op een vergoeding". Daarmee werden erfgenamen effectief buitengesloten. Van het oorspronkelijk aan Nederland uitgekeerde bedrag zou volgens het ministerie inmiddels niets meer over zijn. Dat suggereert dat het smartengeld in zijn geheel zou zijn uitgekeerd. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) spreken dat tegen.