Compensatieprojecten voor gemeenschap Hawija starten in 2021

Het herstel van het elektriciteitsnetwerk is 1 van de compensatiemaatregelen voor de Iraakse stad Hawija. 2 organisaties gaan namens Nederland ook aan de slag met projecten ter verbetering van de werkgelegenheid, essentiële infrastructuur en het ruimen van puin. Dit gebeurt als vrijwillige compensatie voor de gevolgen van de Nederlandse wapeninzet in de nacht van 2 op 3 juni 2015. Dit liet minister Ank Bijleveld-Schouten vandaag weten aan de Tweede Kamer.

Een interdepartementale werkgroep bracht in kaart waar de gemeenschap in Hawija behoefte aan heeft. En specifiek de behoeften die zijn te herleiden naar de schade door de ontploffing van een ISIS-bommenfabriek. Dit gebeurde toen een Nederlandse F-16 de fabriek bombardeerde.

De grootste behoeften blijken te liggen op het gebied van de elektriciteitsvoorziening, economische activiteiten, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en het herstel van woningen. Hierop is aan 3 organisaties gevraagd om concrete hulpvoorstellen aan te leveren. Uit die voorstellen is gekozen voor een combinatie van projecten die het beste past bij de doelstellingen en het gewenste tempo.

In samenspraak met de gemeenschap
Het United Nations Development Programme– Funding Facility for Stabilization zorgt op de korte termijn voor het herstel van het lokale elektriciteitsnetwerk. Hier profiteren zowel het getroffen industriegebied als de omliggende woonwijk direct van. De International Organization for Migration richt zich op puinruimen, herstel van essentiële infrastructuur en het op langere termijn bevorderen van werkgelegenheid. Dit gebeurt in directe samenspraak met de gemeenschap.

De exacte startdatum van de projecten is afhankelijk van de contractafspraken die nog gemaakt moeten worden met de organisaties. De projecten worden over een periode van 1,5 jaar uitgevoerd. De minister stelt er ruim €4 miljoen voor ter beschikking. Dit geld komt uit het Budget Internationale Veiligheid. Met de projecten wordt uitvoering gegeven aan de motie van de Kamerleden Salima Belhaj en Joël Voordewind. Defensie komt de getroffen gemeenschap zo namens het kabinet tegemoet voor het geleden leed en de materiële schade.