NASCAR: Spannende schemering op Tricky Triangle

Afgelopen weekeinde stond er een heuse double header op het schema in de NASCAR Cup Series. Op zaterdag werd er al een race verreden op de Pocono Raceway, ook wel bekend als de Tricky Triangle, zondag stond de tweede race op het programma.

Na een vertraging wegens onweer en regen kon de race dan toch van start gaan met Austin Dillon en Kurt Busch op de eerste rij - zij eindigden als 19e en 18e op zaterdag en vertrokken daardoor nu vooraan, nadat polesitter Ryan Preece wegens een motorwissel achteraan moest starten. Dillon zakte al snel wat terug, Busch en Ryan Blaney namen de leiding over...tot het na vier ronden begon te regenen: caution.

Een kleine anderhalf uur later kwamen de auto's de baan weer op, hoewel meerdere coureurs lieten weten dat het eigenlijk nog niet droog genoeg was. Na welgeteld drie rondjes spinde Michael McDowell vrij stevig de muur in, waardoor de volgende caution alweer een feit was. Vervolgens was Busch toch duidelijk de sterkste in de door hem gewonnen eerste stage, alleen Blaney kon een beetje volgen.

McDowell de muur in

Met nog altijd Busch en Blaney voorop begon stage twee, maar al snel werd het geel weer gezwaaid: rookie Christopher Bell, die zaterdag nog indrukwekkend vierde werd, ging achteruit de muur in. Een kleine ronde na de herstart was het Chris Buescher die de muur in ging en zo alweer een volgende caution veroorzaakte, de vlaggenzwaaier van dienst had het er maar druk mee.

Ook Bell gaat de muur in

Blaney en Busch hadden hun volgende stop nog altijd niet gemaakt en dat gebeurde onder groen, net als bij Martin Truex en Kyle Busch. Denny Hamlin kwam zo naar de leiding, met Matt DiBenedetto, Kevin Harvick en Chase Elliott op enige afstand achter hem aan. Zo ging het gestaag door, tot negen ronden voor het einde van de stage: Kyle Busch ging de muur in, iets wat we niet zo vaak zien gebeuren.

Ook Busch pakte de winst niet

Na de herstart konden we weer ongeveer één ronde aftikken alvorens Preece met een flinke spin voor een caution zorgde. Het groen werd weer gezwaaid voor twee ronden onder de rap ondergaande zon - een probleem, want bij duisternis kan men op het niet verlichtte Pocono niet racen, ook al waren de beelden prachtig. Brad Keselowski nam bij die herstart de leiding over van Almirola en zij eindigden op één en twee in de tweede stage.

Wallace ontsnapt na de spin van Preece

Keselowski behield de leiding tijdens de pitstops en bij de herstart werd het langzaam chaotisch: niemand wist wanneer NASCAR de boel zou stoppen vanwege de duisternis, dus iedereen wilde vooraan rijden. Met minder dan veertig ronden te gaan begon de laatste ronde pitstops, twintig ronden later kwamen de laatsten zo'n beetje binnen: onder meer Hamlin en Almirola moesten nog nieuwe banden halen.

Keselowski kon het tempo ondertussen niet meer bijbenen en nadat alle toppers hun laatste stop hadden gemaakt reed Hamlin op kop, gevolgd door Harvick - precies de omgekeerde situatie vergeleken met een dag eerder. Net als een dag eerder kwam het niet meer van een écht gevecht, waardoor Hamlin voor de zesde keer de zege pakte op Pocono, voor Harvick en de nog sterk naar voren gekomen Erik Jones.