Kinderarts opnieuw schuldig bevonden aan dood 10-jarige jongen

Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft vandaag in hoger beroep een kinderarts een boete opgelegd van 2500 euro. Door haar schuld en nalatigheid is tijdens de behandeling een 10 jarige jongen overleden. Zij heeft zijn klachten niet goed ingeschat en heeft te laat nader onderzoek laten doen. De rechtbank Limburg legde de arts eerder dezelfde straf op.

Verkeerde diagnose
In mei 2013 werd de jongen opgenomen in een Limburgs ziekenhuis waar de vrouw als kinderarts werkte. Hij had al een langere tijd hoofdpijn en de huisarts had hem doorgestuurd naar het ziekenhuis. In de loop van de ziekenhuisopname verergerden zijn klachten, maar toch liet de arts geen CT-scan maken of raadpleegde zij een collega, zoals een neuroloog, voor een consult. Toen dat uiteindelijk wel gebeurde, bleek dat de druk op de hersenen van de jongen vanwege een bloeding zodanig was dat zijn vitale functies uitvielen en zijn leven niet meer gered kon worden. Het hof oordeelt net als de rechtbank dat de kinderarts te lang heeft vastgehouden aan de - wat later bleek verkeerde - diagnose (migraine) die een collega eerder had gesteld toen de jongen in het ziekenhuis werd opgenomen. De arts heeft te laat nader onderzoek laten doen waardoor de jongen door haar schuld is komen te overlijden.

Geen onachtzaamheid
Volgens het Openbaar Ministerie is er sprake van grove schuld, nalatigheid en onachtzaamheid. Het hof vindt niet de arts onachtzaam is geweest. Zij was namelijk de hele middag op de afdeling aanwezig en is toen regelmatig bij de jongen geweest. Ze heeft aandacht voor hem gehad en hem meerdere keren zelf onderzocht. Ook vindt het hof niet dat de kinderarts grove schuld verweten kan worden. Zij heeft nagelaten over te gaan tot nader onderzoek, toen het beloop en de duur van de klachten van de jongen daarom vroegen. Evenmin heeft ze haar collega’s geraadpleegd over de eerste gestelde diagnose. Dit alles maakt dat zij wel schuld heeft aan de dood van de jongen in de zin van nalatigheid, maar het hof kwalificeert dit niet als ‘grove schuld’.

Geldboete
Gelet op haar blanco strafblad, de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder die feiten zijn gepleegd en de consequenties die ze hebben gehad ook voor de arts, vindt het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats. Ook ziet het hof niets in het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf, aangezien verdachte een dergelijke fout niet eerder heeft gemaakt en er geen aanwijzingen zijn dat de vrouw nog eens zo’n fout zal maken.

Een taakstraf is om praktische redenen - de kinderarts woont en werkt tegenwoordig in het buitenland - moeilijk uitvoerbaar en mede daarom zal het hof haar dit niet opleggen. Het hof veroordeelt haar wel tot het betalen van een geldboete van 2.500 euro.

Strafrechtelijke vervolging van een arts
Het hof benadrukt dat voorkomen moet worden dat artsen zich niet meer vrij voelen om te doen wat zij in het belang van hun patiënt achten door de angst voor strafrechtelijke vervolging. Toch kunnen er omstandigheden zijn die strafrechtelijke bemoeienis met medisch handelen rechtvaardigen. Dat is het geval in deze zaak.

De kinderarts heeft ondanks herhaalde en verschillende alarmerende signalen gedurende een relatief lange periode nagelaten te handelen. Meerdere medisch deskundigen hebben nadien unaniem en afzonderlijk verklaard dat haar handelen niet valt binnen de beroepsnorm van een redelijk bekwaam en redelijk handelend kinderarts. Haar nalatigheid heeft geleid tot het overlijden van haar patiënt.

Volgens de wet mag het Openbaar Ministerie zelf beslissen of iemand naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek moet worden vervolgd. Dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg in deze zaak heeft besloten geen eigen onderzoek in te stellen naar deze kwestie, staat daar los van.