Oekraïne herdenkt atoomramp Tsjernobyl

De Oekraïense regering heeft dinsdag de slachtoffers van de ramp met de kerncentrale van Tsjernobyl, precies dertig jaar geleden, herdacht met een minuut stilte. President Petro Porosjenko legde samen met premier Vladimir Groisman en de burgemeester van Kiev Vitali Klitsjko bloemen bij het monument voor de "helden van Tsjernobyl" in de hoofdstad. Het volkslied klonk en een eregarde loste saluutschoten.

Porosjenko brengt later op de dag een bezoek aan de ontplofte nucleaire reactor 4. Door het ongeluk op 26 april 1986, in toen nog de Sovjet-Unie, kwam zo veel radioactieve straling vrij dat een groot gebied in Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne onbewoonbaar werd. Tsjernobyl is tegenwoordig een Oekraïens plaatsje nabij de grens met Wit-Rusland. Aan beide zijden van de grens leven nauwelijks nog mensen. Veel dorpen zijn spookplaatsen geworden, waar gidsen nieuwsgierige ramptoeristen rondleiden.

De gevolgen van de zogenoemde meltdown waren desastreus. Door de brand die uitbrak kwam een radioactieve rookwolk in de atmosfeer terecht. 31 Mensen kwamen direct om het leven, maar tot op de dag van vandaag is onbekend hoeveel mensen indirect door de straling stierven. Schattingen van onder meer Greenpeace lopen op tot 200.000.

Evacuatie
Pas na 24 uur kwam een grootscheepse evacuatie op gang en werden 135.000 mensen in een gebied van 30 kilometer rond de reactor weggevoerd. Ondertussen blies een krachtige zuidoostelijke wind de radioactieve wolk Europa in, richting Scandinavië. Zweden maakte als eerste melding van de ramp achter het IJzeren Gordijn.

Wit-Rusland kent een jaarlijkse herdenking van de ramp, op 26 april.