Wereldrecords op WK gewichtheffen, blunder coach kost Rus medaille

De derde dag van het WK gewichtheffen in Almaty heeft voor veel spektakel gezorgd. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen werden twee wereldrecords verbroken, wat er vooral bij de mannen voor zorgde dat het gebrek aan spanning voor de zege werd goedgemaakt.

De dag begon met de tweede gewichtsklasse bij de vrouwen, die tot 53 kilogram. Er werd een spannende rematch verwacht tussen thuisfavoriete Zulfiya Chinshanlo en Hsu Shu-Ching uit Taiwan. Een maand eerder versloeg Hsu haar concurrente tijdens de Asian Games, door een wereldrecord totaal neer te zetten, nadat Chinshanlo een nieuw record bij het stoten liet noteren.

In Almaty was het na het trekken al erg spannend. Hsu won met 99 kilogram het goud op het eerste onderdeel, terwijl Chinshanlo één kilo achterbleef. De Chinese Li Yajun, regerend wereldkampioene, nam met 96 kilo het brons bij het trekken in beslag. De felste strijd werd verwacht bij het stoten, maar daarin was Chinshanlo duidelijk de sterkste - tot grote vreugde van het thuispubliek. Op de Asian Games kwam Hsu net als Chinshanlo tot een wereldrecord van 132 kilo, maar de vrouw uit Taipei faalde dit keer tweemaal op 127 kilo, waardoor ze op 119 bleef steken. 

Nadat iedereen inclusief Hsu klaar was, kwam Chinshanlo onder luid gejuich het podium op voor haar eerste poging. Er lag 127 kilogram voor haar klaar en nadat ze dat haalde was ze verzekerd van de wereldtitel. Ze had echter nog twee pogingen over om voor een wereldrecord te gaan en die kans liet ze zich niet ontnemen.

Chinshanlo verbrak het record met één kilo naar 133, waarna ze er in de laatste poging zelfs nog 134 kilogram van maakte. De Chinese Li pakte in het stoten en de totaalstand het brons achter Chinshanlo en Hsu. De zege van de Kazachse kwam overigens niet zonder problemen. Een uur na de competitie werd ze met flinke buikpijn uit voorzorg naar het ziekenhuis gebracht.

Liao Hui, de dominante kracht bij de mannen tot 69 kilogram, liet opnieuw zien de beste te zijn (Foto: Getty)

Bij de mannen werd eigenlijk helemaal geen strijd verwacht om het goud en die kwam er ook niet. De Chinees Liao Hui maakte zijn status van topfavoriet volledig waar en pakte net als in 2009 en 2013 de wereldtitel in de klasse tot 69 kilogram. Ook in 2010 was hij de beste, maar hij moest die gouden medaille inleveren nadat hij doping gebruikt bleek te hebben. In 2008 werd Liao al olympisch kampioen.

Sinds het WK van vorig jaar had Liao de wereldrecords in het stoten en het totaalgewicht al op zijn naam, maar die in het trekken wilde hij nog heel graag hebben. Dat stond al sinds de Olympische Spelen van Sydney in 2000 met 165 kilogram op naam van de Bulgaar Georgi Markov. Op het moment dat iedereen in Almaty klaar was met het trekken begon Liao aan zijn competitie met 155 kilo. De 160 daarna faalde, maar toch liet hij voor zijn laatste poging liefst 166 kilogram neerleggen. Dat lukte hem wel en dus was hij de houder van alle drie wereldrecords in de klasse tot 69 kilo.

Ook bij het stoten begon Liao pas nadat iedereen klaar was. Zijn eerste poging van 185 kilo was ruim voldoende voor de wereldtitel, daarna deed hij er met 193 kilo nog een schep bovenop. Zijn voorsprong was uiteindelijk enorm: Liao kwam totaal tot 359 kilogram, Mohamed Ihab Mahmoud uit Egypte werd tweede met 334 kilo, hetzelfde gewicht als de Noord-Koreaan Kim Myong-Hyok, die door zijn hogere lichaamsgewicht brons pakte.

Een drama was er voor de Rus Oleg Chen. De Europees kampioen trok 153 kilo in zijn tweede beurt, maar doordat zijn coach te laat was om een gewicht voor de derde beurt door te geven werd er automatisch slechts één kilogram extra op de stang geschoven. Chen haalde de 154 kilo wel, maar kwam in de totaalstand drie kilogram tekort voor een medaille.