President Hoge Raad: geen schikking in grote zaak

Het Openbaar Ministerie moet bij hele grote zaken de kwestie niet afdoen met een schikking, maar er altijd een rechter aan te pas laten komen. Dat heeft scheidend president van de Hoge Raad Geert Corstens zondag gezegd in het televisieprogramma Buitenhof. Volgens hem is er de afgelopen vijftien jaar een ontwikkeling gaande dat zaken bij de rechter worden weggehouden.

Corstens ging onder meer in op de boete van zeventig miljoen euro die werd opgelegd in de Libor-affaire. "Dat is de Rabobank overeengekomen met het Openbaar Ministerie. Dat kan. Maar dan zou ik toch als burger, als het om dit soort inzet gaat, een hele grote zaak met een enorme sanctie, menen dat dat in de openbaarheid in een rechtszaal aan de orde moet worden gesteld en dat een rechter zich erover uitlaat en vaststelt of er voldoende bewijs is."

Grenzen voor schikkingen zijn er nu niet, erkent Corstens. Voor particulieren zou zo'n grens 'enkele tienduizenden euro's' kunnen bedragen, denkt Corstens. "En daarboven zou je zo'n boete verplicht door een rechter moeten laten opleggen."

Het treffen van een schikking is volgens de scheidend president in het belang van zowel het OM als de verdachte. "De overheid heeft er belang bij dat dat zo gemakkelijk mogelijk wordt opgelegd. In zekere zin heeft de verdachte dat ook wel. Die wil namelijk niet langdurig aan een proces zijn blootgesteld. Maar ik zou toch menen dat ik als burger van Nederland graag zou zien als dit soort sancties worden opgelegd: waarom gebeurt dit eigenlijk en is er wel voldoende bewijs?"