Steeds meer kinderen opgevoed in co-ouderschap
Steeds meer kinderen wonen na een scheiding van hun ouders de helft van de tijd bij de moeder en de andere helft van de tijd bij hun vader. Sinds 2000 is het aantal kinderen dat in co-ouderschap wordt opgevoed gestegen van vijf naar 27 procent. Dat schrijft Trouw vrijdag op basis van een studie van scheidingsonderzoeker Ed Spruijt.
Vaak hebben een of beide ouders een nieuwe relatie, waardoor het aantal parttime stiefouders ook flink is toegenomen. Dertien jaar geleden waren er volgens Spruijt nog nauwelijks mensen die de helft van de tijd betrokken zijn bij de opvoeding van de kinderen van hun partner. "Meestal bleven kinderen bij hun moeder wonen", aldus Spruijt in de krant.
De Utrechtse onderzoeker interviewt sinds 2006 om de twee jaar kinderen van gescheiden ouders. Dit keer sprak hij er 2500. Volgens hem gaat het relatief goed met kinderen uit co-oudergezinnen. "Hét kenmerk van co-ouderschap is dat de exen gemiddeld genomen minder ruzie maken dan andere gescheiden ouders."