Dekkingsgraad pensioenfondsen naar 110 procent

De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is vorige maand opnieuw drie procentpunt gestegen naar 110 procent. Daarmee is de dekkingsgraad uitgekomen op het hoogste punt sinds januari vorig jaar. Dat blijkt uit gegevens van adviesbureau Aon Hewitt.

In september steeg de dekkingsgraad ook al met drie procentpunt. Met een dekkingsgraad van 110 procent voldoen pensioenfondsen gemiddeld gezien aan de minimale dekkingsgraad van 104,3 procent.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen de hoogte van de huidige pensioenkas en de toekomstige verplichtingen. Twee procentpunt van de stijging kwam door een hoger vermogen van de pensioenfondsen. Zo werd meer winst gemaakt op staatsobligaties en aandelenkoersen. De handel in grondstoffen leverde juist minder op.

Een procentpunt van de stijging komt volgens Aon doordat voor de berekening van de verplichtingen nu gebruik mag worden gemaakt van een driemaandsgemiddelde van de marktrente. Dat gemiddelde steeg in oktober.

Aon waarschuwt er echter voor dat in oktober de actuele marktrente juist is gedaald. Als dat aanblijft tot en met het einde van het jaar, dan daalt het driemaandsgemiddelde weer en dalen de dekkingsgraden volgens het adviesbureau weer met 0,6 procentpunt.

Pensioenfondsen met een te lage dekkingsgraad moeten maatregelen nemen om weer gezond te worden, zoals korting of premieverhoging. Hiervoor is de stand van de dekkingsgraad eind december bepalend. Eind september hadden onder meer ABP, PME en PMT - drie van de vijf grootste pensioenfondsen - nog een te lage dekkingsgraad.