Rusland verbaasd over vertrek VN-inspecteurs

Rusland is verbaasd dat de inspecteurs van de Verenigde Naties die in Syrië onderzoek doen naar een vermoedelijke gifgasaanval bij Damascus uiterlijk zaterdag al vertrekken. Dat heeft Joeri Oesjakov, de buitenlandadviseur van president Vladimir Poetin, gezegd.

De inspecteurs doen alleen onderzoek naar de aanval bij Damascus, maar Rusland wil dat het onderzoek wordt uitgebreid. De Syrische regering heeft gezegd dat de rebellen in andere delen van het land chemische wapens hebben ingezet. "We begrijpen niet waarom het hele team teruggaat naar Den Haag terwijl er nog zo veel vragen zijn over het mogelijke gebruik van chemische wapens in andere delen van Syrië", aldus Oesjakov.

VN-woordvoerder Farhan Haq verweerde zich vrijdag met de verklaring dat de onderzoekers hun vergaarde monsters dringend naar het laboratorium moeten brengen. Dat kunnen ze niet aan anderen overlaten, omdat ze alleen zelf de integriteit van hun dossiers zouden kunnen waarborgen.

Zweedse media melden dat de monsters in laboratoria in Zweden en Finland onderzocht zullen worden.

Verscheidene journalisten meldden vrijdag dat een deel van de VN-inspecteurs Syrië al heeft verlaten. De eerste onderzoekers zouden inmiddels in Libanon zijn aangekomen. De overige inspecteurs zouden vrijdag om middernacht uit Syrië vertrokken moeten zijn. De VN zelf laten, wellicht uit veiligheidsoverwegingen, het precieze moment van vertrek vooralsnog in het midden.

De Verenigde Staten zeggen over bewijzen te beschikken dat er chemische wapens zijn gebruikt en dat het Syrische regime daar achter zat. Oesjakov zei hier niet op te kunnen reageren omdat de Amerikanen deze bewijzen niet met Moskou hebben gedeeld. Rusland heeft meermaals gezegd dat er geen enkel bewijs is dat de regering van president Bashar Assad achter de aanval zat.