Stakingen in VS voor betere arbeidsvoorwaarden

Wie donderdag een Big Mac of Whopper wilde scoren in New York, had vette pech: op dat moment had de grootste staking van fastfoodmedewerkers in de geschiedenis van de VS plaats.

Zo'n tweehonderd medewerkers van Burger King, McDonald's, KFC en Taco Bell legden het werk neer vanwege de volgens hen abominabele werkomstandigheden. Zo verdienen velen van hen 7,75 dollar per uur, nog geen 6 euro, waardoor ze alsnog afhankelijk zijn van overheidssteun. Ziektedagen krijgt men niet, looncheques worden regelmatig geweigerd, en de 'voordelen', zoals een gratis uniform, zijn onderhevig aan draconische voorwaarden.

Om die redenen organiseerden de fastfoodmedewerkers met behulp van gemeenschapsorganisatoren de beweging Fast Food Forward. Ze hebben slechts twee eisen: 15 dollar (ongeveer 11 euro) loon, en het recht om een vakbond te starten. "We staan hier voor een hoger loon, betere werkomstandigheden, en vakbondsbescherming," zo zegt Burger King-werknemer Gregory.

Richard W. Hurd, professor in arbeidsrelaties bij Cornell University, waarschuwt echter dat het niet zo makkelijk zal zijn: "Het zal moeilijker voor hen zijn om een vakbond te vormen omdat de hoofdbedrijven er hard tegen zullen strijden, omdat ze bang zijn dat als de fastfoodrestaurants in New York een vakbond vormen, het elders ook grote gevolgen zal hebben." Hurd vermoedt dat de bedrijven de klanten op zullen proberen te zetten tegen de werknemers, bijvoorbeeld door populaire items van het menu te schrappen.

De protesten van de fastfoodwerknemers komen slechts een week nadat werknemers bij Wal-Mart het werk neerlegden op de drukste winkeldag van het jaar. Hoewel Wal-Mart de grootste particuliere werkgever in de VS is en de afgelopen jaren enkele miljarden dollars winst maakte, heeft het ook het grootste aantal werknemers dat afhankelijk is van overheidssteun.

Medewerkers verdienen met 8,75 dollar per uur iets meer dan bij McDonald's, maar werken zelden fulltime omdat dat extra rechten meebrengt die Wal-Mart niet wil betalen. Werkroosters worden regelmatig veranderd om te voorkomen dat mensen een tweede baan nemen. Iedereen die op de slechte voorwaarden durft te wijzen, krijgt minder uren of zelfs ontslag.

De werknemers legden het werk op de zogeheten Black Friday neer om te protesteren tegen zulke vergeldingen. Wal-Mart reageerde door een woordvoerder op nationale televisie te laten zeggen dat er 'consequenties' zouden zitten aan het neerleggen van het werk. Dat een hoger loon echter niet onredelijk zou zijn, wees een studie van de University of Berkeley uit: een loonsverhoging van 3,5 dollar zou de consument jaarlijks slechts zo'n 13 dollar kosten.

Onderzoekers wijzen ondertussen op de gelijkenissen tussen de huidige gebeurtenissen, en de emancipatie van arbeiders in de vroege 20e eeuw. Professor van Columbia University Liza Featherstone legt uit:  “Republikeinen - en democraten, eerlijk waar - en een groot deel van de bestuurdersklasse proberen ons terug de 19e eeuw in te brengen wat betreft economische verhoudingen. Met zo veel mensen in de dienstensector, denk ik dat het erg vergelijkbaar is met hoe het in de industriële sector was."