Problemen met 147 ICD's hartpatiënten

Bij 147 van 1029 Nederlandse hartpatiënten met een bepaalde Implantable Cardioverter Defibrillator (ICD) was iets ernstig mis met hun apparaat. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC), meldt RTL Nieuws zaterdagavond.

De patiënten met een ICD met een bepaalde draad van fabrikant St. Jude Medical werden de afgelopen maanden op aanwijzen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) opgeroepen voor een radiologisch onderzoek. De kastjes, een soort pacemakers, worden onder de huid geplaatst en hebben draden die zijn verbonden met het hart. Het apparaat moet een stroomstoot afgeven bij hartritmestoornissen of bij een traag kloppend hart.

Volgens RTL Nieuws blijkt de isolatie van de draden die van het kastje naar het hart lopen makkelijk kapot te gaan. Als de isolatie kapot gaat, komen de draden bloot te liggen, waardoor kans ontstaat op kortsluiting. Het risico bestaat daardoor dat de ICD geen schok afgeeft als een patiënt een hartstilstand heeft.

Dat uit de eerste resultaten blijkt dat ruim veertien procent van de apparaten niet deugt, noemt voorzitter van de NVvC Martin Schalij schokkend. Normaal is bij minder dan een half procent van dergelijke apparaten volgens hem sprake van draadproblemen. "We hebben te maken met een groot probleem."

De fabrikant zou er vooralsnog van uitgaan dat bij slechts 0,64 procent van de apparaten iets mis is. Wel heeft een nieuwe versie van de ICD dikkere draden. In de VS zouden overigens al twintig mensen zijn overleden aan de gevolgen van de problemen met de pacemaker. Volgens Schalij is de IGZ onvoldoende in staat om slechte producten van de markt te weren. Eerder waren er al problemen in Nederland met borstimplantaten. "Als wij in Nederland een goede inspectie willen dan zal er meer mankracht moeten komen. En dan zullen er voor dit soort specifieke terreinen speciale mensen moeten komen die echt verstand van materialen hebben en daar zelf ook kennis van hebben."