'Laat toevluchtsoord Neanderthalers gevonden'

Wetenschappers hebben mogelijk een van de laatste noordelijke toevluchtsoorden van de Neanderthalers ontdekt. De plek ligt in Rusland, vlak bij de poolcirkel en is vermoedelijk tussen de 31.000 en 34.000 jaar oud, schrijven zij in een artikel dat donderdag door het wetenschappelijke tijdschrift Science is gepubliceerd.

Stenen gereedschappen die op de plek gevonden zijn, lijken het werk van Neanderthalers, de bonkige, sterke jagers die in Europa en het westen van Azië leefden tot zij door de moderne mens werden verdreven.

De vindplek ligt bij de Petsjora-rivier, ten westen van het Oeralgebergte en zo'n 90 kilometer ten zuiden van de poolcirkel. De ouderdom werd vastgesteld na analyse van dierlijke botten en zandkorrels. Menselijke botten of menselijk DNA werden niet gevonden.

Neanderthalers verschenen meer dan 200.000 jaar geleden ten tonele en stierven uit kort nadat de moderne mens in Europa was verschenen, zo'n 40.000 tot 45.000 jaar geleden.

Volgens Richard Klein, hoogleraar antropologie van de Universiteit Stanford, is het mogelijk dat de gereedschappen door Neanderthalers zijn vervaardigd, hoewel ze evenzeer door moderne mensen kunnen zijn gemaakt. Dat Neanderthalers in dit gebied hebben geleefd was niet eerder bekend, zei hij. Bovendien is het opmerkelijk dat zij hier nog zo recent voorkwamen. Als er nog zo'n zelfde plek wordt gevonden, zou dat meer licht op de kwestie werpen, aldus Klein.

Eric Delson, paleoantropoloog van Lehman College in New York, zei dat in een studie uit 2006 wordt gesuggereerd dat Neanderthalers in een grot in het zuiden van Spanje hebben gewoond, ongeveer op hetzelfde tijdstip waarop hun soortgenoten nog in het noorden van Rusland zouden hebben geleefd. Misschien tonen de twee locaties hoe de Neanderthalers zich in twee tegenovergestelde richtingen terugtrokken voor de opmars van Homo sapiens, zei hij.