'Declaratiesysteem zorg lokt fraude uit'
Het declaratiesysteem van artsen is een bureaucratisch monster en lokt fraude uit. Daarom moet het op de schop, zegt directeur Jos Blank van IPSE Studies, een onderdeel van de TU Delft, donderdag in het Nederlands Dagblad. Hij komt met een alternatief.
In de zorg wordt sinds 2005 gewerkt met zogenoemde diagnosebehandelingscombinaties (DBC's). De bedoeling was dat artsen en ziekenhuizen niet meer een totaal verschillend tarief voor dezelfde behandeling rekenen. Daarom hebben de zorg en verzekeraars voor alle behandelingen een prijskaartje (een DBC) afgesproken.
Onder het mom van 'iedere patiënt is uniek' is het aantal DBC's de afgelopen jaren echter gegroeid tot dertigduizend. Dat lokt volgens Blank fraude uit omdat een ziekenhuis of arts meer betaald krijgt als hij bij de verzekering een iets duurdere DBC opvoert. Zoiets is nauwelijks te controleren. Artsen zouden zelf hun declaraties vaak niet eens begrijpen.
De helft van de ziekenhuizen experimenteert met een systeem waarin het aantal DBC's is beperkt tot vierduizend. Maar dat is volgens Blank nog steeds een 'absurd aantal'.
Dat voor behandelingen die vrijwel overeenkomen toch verschillende prijskaartjes worden vastgesteld klopt volgens Blank niet. Hij trekt een vergelijking met een bakker. "Die rekent toch ook geen hogere prijs voor een langzamere klant?"
Blank heeft een eenvoudiger systeem opgesteld. Aan de hand van maximaal vijftien vragen wordt de prijs bepaald. Zo is een van de vragen of een patiënt wel of niet een chirurgische ingreep, poliklinische behandeling of radiotherapiebehandeling heeft gehad.
De vereniging voor ziekenhuizen NVZ zegt in de krant vast te houden aan een versimpeling van het huidige systeem. Die is echter door de val van het kabinet op de lange baan gezet.