Kinderen lijden onder klasgenoot met problemen
Het aantal kinderen in het basisonderwijs met een leerprobleem is zo groot dat andere kinderen in de klas daar onder lijden. Dat vindt de helft van de medewerkers in het basisonderwijs, meldt het televisieprogramma Rondom 10 vandaag na een onderzoek samen met vakbond CNV Onderwijs.
Het onderzoek werd gehouden onder 2317 werknemers in het basisonderwijs, vooral leraren. Uit het onderzoek blijkt dat het gros van de onderwijzers tussen de een en vijf leerlingen met problemen als ADHD, dyslexie en autisme in de klas heeft.
Van de deelnemers vindt 62 procent het een goede ontwikkeling dat kinderen een 'etiket' krijgen wegens een probleem of stoornis. Ook denkt 72 procent dat de extra zorg en aandacht voor deze kinderen een positieve invloed heeft op hun leven.
Vier op de vijf docenten vindt dat 'labelkinderen' tot extra werkdruk leiden. In totaal 37 procent heeft zo veel probleemkinderen in de klas dat hun werk eronder lijdt. Volgens 63 procent van de ondervraagden bereidt hun opleiding ze onvoldoende voor op de omgang met probleemleerlingen.
Een kwart van het onderwijspersoneel meent dat gelabelde kinderen te snel medicatie krijgen. Bijna twee op de drie onderwijzers heeft 1 of meer kinderen in de klas die medicijnen krijgen wegens hun problemen.
Dat er bij steeds meer kinderen problemen worden geconstateerd, komt volgens de ondervraagden doordat kinderen steeds meer prikkels krijgen. Andere verklaringen voor de toename zijn het eerder signaleren van problemen en stoornissen door docenten, de alsmaar ingewikkelder wordende samenleving en de groeiende druk op kinderen om te presteren.
Voorzitter van CNV Onderwijs Michel Rog pleit voor meer investeringen in het basisonderwijs in plaats van de aangekondigde bezuinigingen. Zo moet er meer geld gaan naar begeleiders voor kwetsbare kinderen, vindt hij.
