Crisis kost Nederlandse banken 39 miljard

Nederlandse grootbanken zijn vorig jaar voor 39 miljard euro geraakt door de financiële- en kredietcrisis. De banken wisten hun reserves op peil te houden, mede door kapitaalinjecties van de Nederlandse staat ter waarde van 10,75 miljard euro.

Dat meldde De Nederlandsche Bank (DNB) vandaag in zijn kwartaalbericht. Het verlies is deels via de balans afgeboekt, terwijl een ander deel volledig is afgeschreven via de winst- en verliesrekening. Onder de streep leden de Nederlandse banken vorig jaar een verlies van ruim 28 miljard euro.

Eerder becijferde DNB dat de schade voor Nederlandse banken in de eerste jaarhelft van 2008 ruim 16 miljard euro bedroeg. Vorig jaar kregen de financiële concerns ING, Aegon en SNS Reaal met kapitaalinjecties hulp van de staat.

DNB constateert dat de financiële crisis zich in het laatste kwartaal van vorig jaar "ernstig heeft verdiept en tot ingrijpende maatregelen aanleiding heeft gegeven". Eind januari kreeg ING wederom hulp van de staat. De overheid staat garant voor een deel van de kredietportefeuille van de bankverzekeraar.

Wereldwijd heeft de crisis gezorgd voor verliezen ter waarde van meer dan 1100 miljard dollar (825 miljard euro). Hiervan is ruim 825 miljard dollar door banken afgeschreven. Tegelijk hebben de banken voor ruim 850 miljard dollar nieuw kapitaal weten aan te trekken, waarvan ongeveer de helft door overheden.

DNB stelt dat de omstandigheden op de financiële markten buitengewoon moeilijk zijn en dat de crisis zich verbreedt. Het waardeverlies in de financiële sector zet zich voort. Sinds de uitbraak van de crisis hebben financiële instellingen wereldwijd bijna driekwart van hun waarde verloren, aldus de centrale bank.