Urker vissers mogelijk naar Malta

De Visserijcoöperatie Urk wil de helft van de vissersvloot overbrengen naar Malta in de Middellandse Zee. Uitvoering van het plan is afhankelijk van financiële steun van de overheid, die tot nu toe echter "niet staat te trappelen".

Directeur Jan de Boer van de coöperatie heeft vandaag een bericht daarover in het AD bevestigd. Door de hoge olieprijs en steeds afnemende quota voor de Noordzee hebben de vissers op Urk het steeds moeilijker. Het aantal vissersschepen op het voormalige eiland in de Zuiderzee is tot ongeveer 75 gedaald.

De visserijcoöperatie heeft een joint-venture gesloten met RH Marine, de grootste vismaatschappij in Libië. Omdat de verse vis in een EU-land aan land moet worden gebracht, zal dat op Malta gebeuren. De schipper en machinist van de schepen komen uit Urk. De bemanning zal uit Libiërs bestaan, die in een nog op te richten school in hun land worden opgeleid.

Als de overheid met geld over de brug komt, kan een proef van zes maanden met twee schepen uitwijzen of visserij op tong en andere vissen in de wateren rond Libië rendabel is. De coöperatie kan gebruikmaken van een leegstaand visverwerkingsbedrijf bij de haven van Sirte in het Afrikaanse land. Vandaaruit zullen de vissen naar Noord-Afrikaanse landen en de Verenigde Arabische Emiraten worden geëxporteerd.