Radicalisering moslimjeugd 'kleine tsunami'

Icoon Binnenlands nieuws De radicalisering van moslimjongeren is voor vele Marokkaanse ouders een groot probleem waar ze geen oplossing voor weten aan te dragen. Steeds vaker voeren hun kinderen een religieus schrikbewind, terwijl de ouders de andere kant opkijken. Een confrontatie zou veel beter zijn.

Dat stelt Mohammed Ajouaou, moslimtheoloog verbonden aan welzijnsorganisatie Prisma. Volgens hem is het radicaliseringsproces van de kinderen een 'tsunami die door de Marokkaanse gemeenschap spoelt.' Daarmee onderschrijft Ajouaou de analyses van de AIVD. "De machteloosheid is zo groot. Ouders weten niet wat ze moeten doen."

Steeds vaker begint het proces met opdringen van een religiueze levensstijl. Dit gebeurt doorgaans door een zoon, maar dochters nemen een steeds groter aandeel in. De zoon komt de huiskamer binnen en heeft commentaar op de gordijnen die open zijn. Dan kunnen vreemde mannen de vrouwen zien zitten, dat kan niet. Van de islam moeten vrouwen beschermd worden, zeggen ze.

Ajouaou beschrijft het proces verder: "Dan wordt druk uitgeoefend op moeder en zusters om een hoofddoek te gaan dragen. De televisie moet uit, want daarop is muziek te horen en dat is niet islamitisch. In de volgende fase worden vrouwen van de mannen gescheiden zodra er bezoek komt."

Ouders van radicaliserende kinderen zien de ontwikkelingen met lede ogen toe. Alles wordt door een morele zeef gehaald. De kinderen gaan heftiger bidden, laten baarden staan, dragen alleen nog maar traditionele allesbedekkende islamitische kledij. Vaak komt het gezin in een maatschappelijk isolement terecht, omdat meer gematigde moslims niets meer met hen te maken willen hebben. Dit vergroot de problematiek.

Volgens Ajouaou en ook Abderrahim Kajouane, sociaal cultureel werker bij de Haagse welzijnsorganisatie MCI, dragen ook moskeeën en imams bij aan dit radicaliseringsproces. Het MCI bezit bijvoorbeeld een lijst met moskeeën die 'gevaarlijk' zijn en welke imams met hun radicale opvattingen de maatschappij ondermijnen.

Daarover zeggen ze: "Dat zijn geen Marokkaanse imams. Ze komen uit Saudi-Arabië, Syrië, Iran, Egypte. Die imams blijven binnen de grenzen van de wet. Juridisch is het moeilijk te bewijzen dat ze ondermijnend bezig zijn. De AIVD moet ze scherp in de gaten houden. Maar wat moeten we als Marokkaanse gemeenschap? Marokko en Tunesië treden keihard op tegen radicalen. Radicale moskeeën worden gesloten. In Tunesië worden radicalen met lange baarden door de douane gedwongen hun baarden af te scheren. Maar dat helpt ook niet, keihard optreden leidt slechts tot ontploffingen."

Tijdens bijeenkomsten ligt Ajouaou vaak onder vuur. Hij wordt uitgemaakt voor alles en nog wat, dat hij geen moslim is, de profeet beledigt. Hij stuit echter ook geregeld op ex-radicalen. Jongeren die 'religieus verzadigd' zijn geraakt en zich uiteindelijk weer matigen, omdat de maatschappelijke consequenties voor hen ondraaglijk worden. "We moeten er voor waken het radicalisme als definitief eindstation te zien", zegt hij.