Iraanse pleit voor hoofddoekverbod

De uit Iran afkomstige Fereshta Moradi (35) uit Eindhoven, actief lid van GroenLinks, pleit in het Eindhovens Dagblad voor een verbod op het dragen van een hoofddoek op school tot achttien jaar én een verbod op islamitisch basisonderwijs. Volgens Moradi moet de integratie van islamitische vrouwen in Nederland drastisch anders.

Pure mishandeling vindt ze de hoofddoek die kleine meisjes het spelen belemmert. Ze ziet soms al kleuters een hoofddoekje dragen. Of negenjarige meisjes. Meest gangbaar is de leeftijd van twaalf of dertien jaar. Onder het mom van 'vrijwilligheid' worden die meisjes door de familie echter gepusht een goede, onderdanige moslimvrouw te zijn, zo zegt Moradi.

Volgens Moradi gaat het met veel islamitische meisjes in Nederland niet goed. Al in de kinderjaren wordt de kiem gelegd voor angsten, depressies en fysieke klachten op latere leeftijd. Als de opvoeding van deze meisjes niet verandert, krijgt de samenleving straks de rekening gepresenteerd van een psychisch zwakke, onzekere generatie vrouwen die niet vrij en zelfbewust in het leven kan staan, zo meent de Iraanse.

Moradi wijst er op dat om godsdienstige redenen sommige moslimmeisjes niet meemogen naar het schoolzwemmen, of niet op schoolkamp mogen. Moradi vindt dat scholen veel meer activiteiten verplicht moeten stellen. Nu laten ze de keuze nog vaak aan de ouders; in een aantal gevallen mogen kinderen zelfs thuis blijven. ''Ik vind dat als je hier woont, dat je je kinderen mee moet laten doen met de Nederlandse feesten die een school viert. Sinterklaas en carnaval kun je kinderen niet ontnemen. Daarmee ontstaat op jonge leeftijd al ongelijkheid en een 'wij'- en 'zij'-gevoel''', aldus Moradi.

Fel gekant is de Iraanse tegen de islamitische basisscholen. Volgens haar staan deze scholen integratie alleen maar in de weg, omdat islamitische kinderen niet buiten hun eigen kringetje vertrouwd raken met Nederlandse kinderen. 'Bovendien leren de meisjes op deze scholen volgzaam te zijn en uit de buurt van jongens te blijven. De meisjes leren hun lot te accepteren. De jongens leren dat ze altijd voor de familie moeten zorgen en dat ze hun zussen in de gaten moeten houden', aldus Moradi.

Het feit dat veel islamitische meisjes succesvol een opleiding volgen, is volgens haar een goede ontwikkeling. Desondanks ontstaat daarmee ook een vertekend beeld van de emancipatie. Veel meisjes zijn volgens haar succesvol, omdat ze nauwelijks andere activiteiten hebben. Ze hebben school en thuis. Maar waar blijven deze meiden na hun opleiding? Nog steeds worden veel meisjes tegen hun zin uitgehuwelijkt of ze krijgen kinderen zonder dat ze daar zelf voor gekozen hebben.'