Herben en Bomhoff oogstten veel kritiek
Vooral de oppositie toonde zich verbijsterd over Bomhoffs aanval op Van Lieshout. Omdat deze een onberispelijke staat van dienst heeft, veronderstelde de oppositie dat Bomhoffs bezwaren tegen hem voortkomen uit diens PvdA-lidmaatschap. De oppositie vreest zelfs voor een zuivering onder hoge ambtenaren. D66-leider De Graaf vindt dat Bomhoff zijn ambtenaar "schandalig" heeft behandeld. De Graaf begrijpt bovendien niet hoe Bomhoff een ambtenaar kan wegsturen, die hij nog helemaal niet kent.
GroenLinks en de SP vroegen wat Bomhoffs opvattingen nu precies zijn, omdat hij als directeur van onderzoeksbureau Nyfer stelde dat de zorg er 10 miljard euro bij moet hebben, maar daar als minister nadrukkelijk afstand van heeft genomen.
Vanuit de regeringspartijen was er ook kritiek te horen: VVD-leider Zalm toonde zich kritisch. "Ambtenaren willen hun minister zo goed mogelijk dienen, ongeacht zijn politieke kleur."
Tot grote ergernis van de oppositie weigerde premier Balkenende in te gaan op de kwestie. Volgens hem is "een voorgenomen ontslag" van Van Lieshout helemaal niet aan de orde geweest in de ministerraad.
Herben
Ook Fractievoorzitter Mat Herben van de LPF kreeg de wind van voren van de oppositiepartijen. Met name toen Herben de suggestie wekte dat politici als Rosenmöller (GroenLinks) en Melkert (PvdA) het aan zichzelf te danken hebben dat ze beveiligd moeten worden: ''Dreigementen zijn te keren als politici respectvol met elkaar omgaan en burgers serieus nemen in hun angsten en onzekerheden''. GroenLinks-woordvoerder Femke Halsema ontplofte hierop bijkans.
Halsema eiste van Herben dat hij de suggestie weg zou nemen. Herben, die zelf ook wordt beveiligd, deed dat, nadat ook SP-leider Marijnissen hem daartoe opriep. De LPF-leider nam openlijk afstand van de intimidaties en bedreigingen aan het adres van de politici uit linkse hoek.
Ook over Herben zijn bemoeienis met de affaire-Van Lieshout kreeg de LPF-leider de wind van voren. Halsema en D66-leider De Graaf vinden dat Herben, die met Bomhoff over de ambtenaar sprak, zich er niet mee had moeten bemoeien. Herben maakt zich volgens hen schuldig aan de 'achterkamertjespolitiek' die hij zo verfoeit.
Herben zei zich echter wel te kunnen vinden in het besluit van het Bomhoff. ''Het is belangrijke dat er een vertouwensband bestaat tussen een minister en zijn topambtenaren'', stelde Herben: ''Als die er niet is, moet een minister van betrokkene af kunnen''.
