Congres roept Bush uit tot president
De gezamenlijke vergadering van het Huis van Afgevaardigeden en de Senaat werd ironisch genoeg voorgezeten door Bush' tegenstander bij de presidentsverkiezingen, de Democraat Al Gore. Die wees op formele gronden de dertien afgevaardigden terug. Hij nam de bezwaren niet in behandeling omdat de vereiste steun van minimaal één senator ontbrak.
Gore riep tijdens de vergadering uiteindelijk Bush tot winnaar uit van de verkiezingen. Daarmee is de weg vrijgemaakt voor de beëdiging van de Republikein tot president, op 20 januari. "Moge God de nieuwe president zegenen", zei Gore ter afsluiting.
De verkiezingen werden op 7 november gehouden, maar het bleef wekenlang onduidelijk wie er had gewonnen. Het draaide allemaal om de uitslag in Florida, waar de stembusgang uitmondde in een wekenlange juridische strijd over de vraag wie daar de meeste stemmen had gekregen.
De Democraten drongen voor de rechter aan op het handmatig hertellen van stembriefjes die door de automaat als blanco waren aangemerkt. Volgens hen is Gore daardoor veel stemmen misgelopen, met name van bejaarden en zwarten. Een uitspraak van het hooggerechtshof maakte een hertelling uiteindelijk praktisch onmogelijk, waardoor Bush de verkiezingen won.
Tijdens de bijeenkomst in het Congres spraken verscheidene democratische afgevaardigden van kiezersbedrog dat de zwarten nog lang zal heugen. Bush zelf was niet aanwezig tijdens de zitting van het Congres. Hij bevond zich op zijn boerderij in Texas.
