Mijn eerste voetbalwedstrijd: Kowet-Cambuur

Ik ben dit weekend voor het eerst naar een voetbalwedstrijd geweest. Je bent nu ongetwijfeld in shock: ik kan zo het museum in. Ook mijn familie kan het nog steeds niet geloven, maar dan om heel andere redenen. Door een vreemde speling van het lot ben ik opgegroeid in een gezin dat denkt dat er met een bal alleen gescoord kan worden via een korf of net. Hoewel beide opa’s en een oma fanatiek voetbal keken, zijn geen van hun kinderen warm te krijgen voor voetbal. Dat had niets te maken met een aversie tegen sport: mijn moeder was een schaker, mijn vader houdt van vissen en mijn ooms doen vaak mee aan marathons. Ze hebben dan ook een goede conditie en kunnen de hele Lord of the Rings-trilogie aan één stuk uitzitten.

Maar goed, na vijf jaar een relatie met een échte man leer je toch om rekening met elkaar te houden. Zoals hij de weken van de maand telt voor hij me een lastige vraag stelt, heb ik de voetbaluitslagenapp op mijn telefoon geïnstalleerd. Hoewel zijn humeur in het algemeen beter is geworden sinds zijn club in de Eredivisie speelt, is het ieder weekend toch heel lastig om een moeilijk onderwerp met hem aan te snijden. Maar sinds hij een gelijkspel ook als winst beschouwd, zijn er gelukkig weer mogelijkheden. En zo kwam het dat ik afgelopen weekend voor het eerst meeging naar het stadion in Deventer.

Als voetbal oorlog is, ben ik Zwitserland. Dus gingen we naar de wedstrijd Go Ahead Eagles-Cambuur. Zo kan ik, eenmaal terug in Leeuwarden, in ieder geval een beetje meepraten, zonder dat ik persoonlijk geïnteresseerd ben in de uitslag. “Cambuur, o ja, die heeft toen gewonnen. Blauw-geel, toch? Ja, leuk hoor.” Maar hoe dichter we bij het stadion kwamen, hoe spannender ik de derby tussen onze twee woonsteden vond. Daar stond ik dan als geheime Leeuwardse spion tussen hardcore Eagles fans, terwijl de Friese leeuwen aan de overkant van het veld al werden losgelaten. Ik begaf me in vijandig gebied en het was nog maar de vraag wie mij als eerste zou ontmaskeren.

Gelukkig bedekte de Go Ahead-shawl mijn hele gezicht en kon ik me al snel aanpassen aan de fans in hun geel-rode outfits. Ik dacht vooraf dat infiltratie lastig zou worden, want het enige wat je op tv aan zangkoren hoort is de zware bas van: “Luh-luh-luh”. Maar dankzij mijn talenknobbel en muzikale gehoor was dat probleem snel opgelost. Ik zing net zo makkelijk mee met de karaokenummers van de baptistengemeente als de liedjes van Go Ahead. Of Kowet, zoals ze dat daar zeggen. Na gemiddeld 2,5 lettergrepen pakte ik de meeslepende teksten al op, zoals: “Olé olé, olé olé, Eagles Deventer”, “Come on Eagles, come on”, “Hakken Eagles hakken” en het befaamde nummer op de melodie van Drie maal drie is negen: “Luh-luh-luh-luh-luh […] Eagles!”.

Een ander belangrijk Eagles-element is de man die op de B-side in het adelaarsnest achter de goal klimt. Op tv had ik hem weleens gezien en kwam hij over als een hooliganachtige fan. Zo eentje die een hele bus tegenstanders in zijn eentje in elkaar slaat, terwijl hij zijn kind het flesje geeft. Ik had echter geluk, want na een tijdelijke afwezigheid was hij plotseling terug op ‘zijn’ nest. Als een ware Maestro dirigeerde hij de liedjes aan driekwart van het stadion: eerst de B-side, dan het zittende publiek links, dan weer de B-side, het publiek rechts en weer terug. Als de fans teleurgesteld waren in de prestaties, klom hij terug in het nest en zong en zwaaide hij ons allemaal met losse handjes toe. Hij hoefde niet naar de wedstrijd te kijken: aan het publiek zag hij precies wat de spelers op het spel presteerden en hoe hij het publiek tot steun kon manen. 

Ingewikkelder werd het echter toen twee spelers knock-out gingen, waarna een van de spelers van Kowet met een zware hersenschudding werd afgevoerd. Ja, het verbaasde mij ook dat dat fysiek mogelijk is: een voetballer met een hèrsenschudding. Aangezien de overtreding geen enkele kaart opleverde, viel de scheidsrechter niet helemaal in de smaak bij het thuispubliek. De vrouwen vloekten er driftig op los, de mannen scholden. Achter mij riep een wel een heel oude supporter de bijna archaïsche belediging “lul de behanger”. Ook werd er een kontneuklied ingezet. Ik keek nog even om me heen, maar toen ook the only gay in the village net zo driftig meezong als de rest, heb ook ik nog enkele akkoorden ingezet. Het maakt je hoofd zo lekker leeg.

Na een heerlijk avondje zingen, springen en opgaan in de menigte was de wedstrijd plotseling voorbij. Het schijnt dat Kowet met 1-2 heeft verloren van Cambuur. We liepen door de straten van Deventer terug naar de auto. Nadat we onze medefans nog even begripvol hadden aangekeken en voorgelaten in de McDrive, was het echt tijd om naar huis te gaan. Tot mijn grote verbazing heb ik een fantastische avond gehad. Ik voelde me in het voetbalstadion verrassend veilig en bovenal welkom. Ik wil zeker nog eens, en ik beloof dat ik de volgende keer óók zal kijken wat er zich op het veld afspeelt.