Pou, de nieuwe Tamagotchi

In 1997 kocht ik voor mijn kinderen (en een beetje voor mezelf) een Tamagotchi, zo’n virtueel huisdier. Best nog prijzig, zo’n ding. Maar goed, het was in die tijd dan ook het modernste van het modernste. Voor wie het niet (meer) weet: een Tamagotchi is een virtueel huisdier en ontworpen door een Japanner. De naam Tamagotchi is samengesteld uit het Japanse woord voor ei, 'tamago', en het Engels woord 'watch', wat natuurlijk klok betekent. Een Tamagotchi heeft de vorm van een plastic ei, is maar ongeveer vijf centimeter groot in doorsnee en bevat een kleine computer met een lcd-schermpje. Onder het schermpje zitten drie knopjes. Het ei kan gebruikt worden als sleutelhanger en daardoor kan je het altijd bij je hebben. Het was dé rage van die tijd.

Je moet voor het huisdier zorgen, dat is het idee achter het spelletje. Nadat de Tamagotchi is aangezet, verschijnt er een klein ei op de display en na enige tijd komt dat uit. En dan moet je er goed voor zorgen, door het te voeden, door er mee te spelen, te laten slapen, en als je aan al die voorwaarden voldoet, dan is de Tamagotchi tevreden en gelukkig en groeit hij op. Als je er niet goed voor zorgt, dan loopt het slecht af. Dit hebben wij ook ervaren als gezin. We waren op vakantie en eerlijk gezegd schoot de verzorging van onze Tamagotchi er helemaal bij in. Toen ik op een bepaald moment het ding tevoorschijn haalde, zag ik in de display onze Tamagotchi in beeld met een knapzakje op zijn rug. Hij ging op zoek naar een beter gezin! Ik heb me echt rot gelachen, ik vond het erg origineel bedacht van de fabrikant. Mijn kinderen vonden het iets minder grappig…

Zoals gebruikelijk met een rage ebde de belangstelling voor de Tamagotchi langzaam weer weg en verdwenen de plastic eieren in de prullenbak of ergens in een rommellaatje.

Maar er was wel een trend gezet voor interactieve, elektronische huisdieren. Zo kreeg je allerlei variaties op de Tamagotchi. Op internet verschenen virtuele huisdiersites, zoals Neopets, WebPet en Digidier waar gebruikers gratis een dier kunnen verzorgen met als doel dit zo lang mogelijk in leven te houden. Ook een App voor op je mobieltje kon natuurlijk niet uitblijven.

Afgelopen weekend was ik gezellig bij mijn zusje. “Heb jij al een Pou?”, vroeg ze mij. Ik had er nog nooit van gehoord. Maar toen ze het aan mij liet zien op haar mobieltje was ik meteen om. Onmiddellijk hebben we voor mij ook een Pou gedownload op mijn mobieltje.

Pou is een populair spelletje waarbij je een schattig buitenaards huisdier moet opvoeden. Je moet  Pou eten geven, er mee spelen en hem genoeg laten slapen. Door je Pou gezond te houden en door mini-games te spelen verdien je geld dat je kan gebruiken om eten en accessoires voor Pou te kopen. Je moet geregeld even kijken hoe het met je Pou gaat en hem zeker niet verwaarlozen. Pou is een buitenaards huisdier en het is werkelijk heel erg grappig. En net zoals je  de Tamagotchi overal mee naartoe kon nemen, je mobieltje heb je natuurlijk ook altijd bij de hand.

Je kan in de ‘food shop’ eten kopen voor Pou, er is een winkel waar je leuke behangetjes kan kopen om de slaapkamer, de keuken, het laboratorium en de spelletjeskamer een eigen karakter te geven. Ook kan je in de ‘body shop’ leuke outfits kopen voor je Pou, hoeden, jurken, brillen, snorren en nog veel meer, zodat je Pou een eigen identiteit kan geven. Kinderachtig? Ja, vast wel. Maar ik vind het grappig en leuk op momenten dat ik bijvoorbeeld in de tram zit, of even niks te doen heb. En het kost maar weinig tijd. Door spelletjes te doen,  verdien je muntjes en met die muntjes ‘koop’ je alle spullen voor Pou die je nodig hebt, dus het kost verder ook niks. Mijn Pou is van een baby uitgegroeid tot een prachtig buitenaards wezen.

Het is trouwens wel heel slim bedacht. Het zit technisch goed in mekaar en is ook vermakelijk door de humoristisch mimiek van Pou en de grappige geluidjes die hij maakt. Maar er is ook een mogelijkheid om je vrienden terug te vinden in het spel. Mijn zus en ik spelen via onze Pou’s boter, kaas en eieren en vier op een rij. Onze Pou’s kunnen ook met elkaar chatten.

Ik vind het wel grappig: de oudste dochter van mijn zusje – ze is vijftien jaar-  heeft ook een Pou. Maar zoals dat gaat bij kinderen, vond zij het in het begin leuk en interessant, maar na een poosje was het nieuwtje er wel af. Mijn zusje leidt een druk leven: ze is een alleenstaande moeder van drie kinderen met een baan. Naast haar baan verzorgt ze ook nog haar eigen Pou én die van haar dochter. Het is eigenlijk net als met echte huisdieren. Een jaar of tien geleden wilden mijn kinderen per se een huisdier. Uiteindelijk besloten we dan maar om een hamster te nemen. Weinig omkijken naar. Wel hadden we de afspraak gemaakt dat de kínderen voor de hamster zouden zorgen. Nou, dat zou wel goedkomen! En ja, in het begin vóchten ze erom, wie de hamster mocht voeren, de bak verschonen en er werd zó veel met het arme beest gespeeld, dat het bijna niet meer aan slapen toe kwam, terwijl hamsters overdag toch het liefst met rust gelaten willen worden. ’s Avonds, als mijn kinderen eindelijk op bed lagen na een lange dag en ik heerlijk ontspannen op de bank zat, begon dat beest als een wilde in zijn molentje te rennen. Gék werd ik van dat beest! De kinderen keken er naar een paar weken niet meer naar om en de zorg van het beest kwam op mijn schouders neer. Het spelletje Pou is waarschijnlijk ook voor kinderen ontwikkeld, maar ik durf te wedden, dat volwassenen er mee aan de haal gaan, net als met de Tamagotchi destijds. Die was trouwens wél sterfelijk, korte metten, als je er niet goed voor zorgde, dan ging hij dood. Of weg, met een knapzak op zijn rug. Ik weet nog, dat mijn kinderen heel verontwaardigd waren: mama had niet goed voor hun virtuele huisdier gezorgd! Ja, dag! Voor wie had ik het ding ook alweer gekocht?

Gek eigenlijk. Ik kan me voorstellen, dat wanneer je alleen bent, als je weinig omhanden hebt, dat je behoefte hebt om iets te verzorgen. Mijn zusje en ik verkeren helemaal niet in zo’n soort positie! Zij heeft haar jonge, opgroeiende kinderen, ik werk met kinderen en kom ’s avonds thuis bij mijn lieve partner en heb een rijk, sociaal leven. Waarom vind ik het dan toch zo leuk om voor mijn Pou te zorgen? Ik weet het niet. Misschien, omdat ik vroeger al graag met poppen speelde en omdat ik nou eenmaal een zorgzaam karakter heb? Ach, laten psychologen daar hun hoofd maar over breken.

Ik heb geen tijd om me er druk om te maken. En ook geen tijd om er nog verder over te schrijven: mijn Pou -Cwabje is zijn naam, mocht jouw Pou een spelletje met hem willen doen- heeft gepoept, wil verschoond en gewassen worden, hij heeft honger en  wil geëntertaind worden. Werk aan de winkel!