De betrouwbaarheid van Oori Rosenthal

Punthoofd, grootvaderglimlach, alleraardigst brilletje en dan die enorme oren. Oori Rosenthal is een man aan wie je je zwemdiploma laat zien en die je dan, gulle VVD'er als hij is, wel tien euro geeft voor je prestatie. En vervolgens 2,50 euro terugvraagt, omdat zijn vrouw vindt dat je daar onverantwoord veel snoep van kan kopen. Oori Rosenthal lijkt vreselijk verantwoordelijk en betrouwbaar. Maar sinds de executie van mevrouw Zahra Bahrami in Iran, is het vertrouwen in hem weg. Steeds als hij iets zegt, zoemt een mantra rond: “Leugens! Leugens! Leugens!” Je zou maar op hem moeten vertrouwen terwijl je nu één van die honderd Nederlanders in Libië bent.

Over de executie van de Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami zei Oori op tv dat hij er “alles aan had gedaan om dat te voorkomen.” Zijn woede, stelligheid en verdriet waren zo oprecht, dat je wel gek zou zijn om hem niet te geloven. Maar toen aan het licht kwam dat het contact op een lager onderhandelingsniveau had plaatsgevonden en de situatie dusdanig was onderschat dat ze al vermoord was door het Iraanse regime voor hij iets had kunnen doen, moest hij nagelbijtend van de zenuwen verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer. Een “inschattingsfout” is zo gemaakt. Ja Oori, dat was “een pijnlijke leerervaring”, jongen.

Inschattingsfoutjes zijn Oori inmiddels niet meer vreemd. Toen hij met het old boys network van Rutte stond te golfen, was hij zo druk bezig met het balletje, dat het gesprek het ene grote oor in en het andere enorme oor weer uitging. Toen hij eenmaal als minister van Buitenlandse Zaken was benoemd, heeft hij gezegd dat hij eigenlijk niet zo van reizen houdt. Je ziet zo aan zijn nette pak dat hij meer van theorie houdt en vooral goed de geluiden van zijn ondergeschikten probeert op te vangen. Maar Oori was al snel gerustgesteld, want ondanks de bezuinigingen mag hij nog steeds vliegen in Jumbo Jets, in plaats van zijn privémaatschappij Dumbo Airlines. Daarmee wilde hij best wel op en neer vliegen naar Israël. Dat is het enige buitenland waar het beleid op is gericht, toch?

Een ander inschattingsfoutje van Oori is dat hij had verwacht dat hij vanuit het theoretische Den Haag wel even zijn crisismanagementvaardigheden kon toepassen op ongewenste uitingen van collega's. De stof Wilderologie was weer opgepoetst, dus hij kon met behulp van de pers en wat gemail met het buitenland zo het een en ander goedpraten met regeringen die voor hun hoofd waren gestoten of zich op de teentjes getrapt voelden. Oori had echter nooit gedacht dat hij eens de theorie van crisismanagement op zichzelf moest toepassen. Daarom vertelde hij ook eerst leugens over de maximale inzet om Bahrami vrij te krijgen, terwijl hij eigenlijk direct eerlijk had moeten zijn om nog meer gedoe te voorkomen.

Op dit moment zitten nog zo'n honderd Nederlanders vast in Libië. Het is door al het geweld moeilijk om het land uit te komen, dus Oori zal hun wel even de reddende hand toesteken. Iets met zijn uiterste best doen. Iets met Saudi-Arabië afzeggen, zodat hij in zijn veilige Den Haag toe kan kijken. En iets met “keihard aan werken.” Op de een of andere manier worden interviewgeluiden met zijn zinnen weggezoemd, terwijl zijn citaten op papier vervagen. Het is toch een en al onzin, dus wat maakt het uit wat hij zegt? Slechts het beeld van een grootvader blijft over.

“Grootvader, wat heeft u grote oren?”
“Daar kan ik beter mee horen.”
“Grootvader, wat heeft u grote tanden?”
“Daarmee kan ik me beter in iets vastbijten.”
“Grootvader, wat heeft u een grote mond?”
“Daarmee kan ik beter voorliegen dat ik de situatie in Libië, Iran en de rest van de wereld onder controle heb. Knoop dat maar goed in je oren.”