Badkamergeheimen

Zoals op iedere doordeweekse dag hoor ik op het nachtkastje aan de andere kant van het bed een wekker afgaan. Half zeven. Nog een keer snoozen, en nóg een keer, en dan hoor ik mijn man zuchtend richting badkamer gaan. Ik doe nog tien minuten mijn ogen dicht, totdat hij klaar is met zijn ochtendritueel en mij wakker komt schudden.

Ik ben nog niet van deze wereld, maar zwier mezelf wel het bed uit. Omdat het moet. Ik slaapwandel naar de badkamer en stap onder de douche. Langzaam word ik mens. De frisse herfstlucht komt door het open raam, terwijl ik passief het warme water over me heen laat lopen. Mijn geliefde komt half gekleed de badkamer in. Ik heb veel meer zin in hem dan in mijn werk, en dat laat ik hem weten ook. We wisselen wat zeer gewenste intimiteiten uit, voornamelijk verbaal. De plicht roept. Terwijl ik mijn gezicht scrub en hij zijn haar gelt fantaseren we nog even hardop en in expliciete termen hoe we de ochtend doorgebracht zouden hebben als ons werk ons niet naar andere plaatsen dwong. We weten ons onbespied, de zonen nog in diepe rust. Helaas kan er niet langer gedraald worden. Hij moet nu echt gaan.
"Dag schat. Kus", roept hij. En: "Brrrrr, heb jij het niet koud met dat raam open?"
"Nee joh, het water is lekker warm! Beetje frisse lucht is goed voor ons." Ik roep mijn lustobject nog wat oneerbare voorstellen na en weg is hij. "Tot vanavond!"

Ik spring onder de douche vandaan, sla een handdoek om, en bons in het voorbijgaan op de slaapkamerdeur van oudste zoon. Elke ochtend hetzelfde. Die wekker had ik net zo goed niet voor ‘m kunnen kopen. Terwijl ik me aankleed, roep ik vanaf mijn eigen slaapkamer "Ben je wakker?" totdat hij teken van leven geeft. Ik werk mijn routine af: make-up, tandenpoetsen, schoenen aan, kopje koffie, sleutels mee, tas mee, en dan is het mijn beurt om naar boven te roepen. "Ik ben weg!"

Terwijl ik in mijn jaszak naar mijn huissleutels zoek om de voordeur op slot te draaien, hoor ik een mannenstem luid en duidelijk een Nederlandstalig liedje zingen. Het lijkt alsof de man in kwestie achter me staat. Verschrikt kijk ik om. Niks. Met de deurknop in mijn hand speur ik links en rechts ons straatje af. Geen levende ziel te bekennen. Dan komt de herkenning. Ik kijk omhoog, naar het openstaande badkamerraam boven onze voordeur. Oudste zoon staat mezzo forte onder de douche te zingen.

In een flits schiet de conversatie door me heen die zich in diezelfde badkamer ongeveer een half uur geleden afspeelde. Voor censuur is het nu te laat. Ik knik schichtig naar de buurvrouw van drie deuren verder, die met haar hond achter me langs loopt. Met mijn voorhoofd tegen mijn voordeur gesteund wacht ik even tot het ergste schaamrood gezakt is. Dan stap ik snel in mijn auto, in de hoop dat er om 7 uur ’s morgens nog niet al te veel buren op straat zijn.